Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 13 november 2015

Dasch komt in ingetogenheid tot haar recht

Mendelssohn en Schumann door Annette Dasch en Rudolf Jansen. 10/11, Muziekgebouw, Amsterdam.

Mendelssohn-liederen hoor je niet zo veel, dus heeft het Amsterdamse Muziekgebouw de Duitse sopraan Annette Dasch gevraagd een half optreden te wijden aan dit repertoire. Of een sopraan die zware Wagnerrollen aankan een goede keus is voor de lyrische liedkunst van Mendelssohn, is intussen wel de vraag.

Niet dat Dasch eroverheen walste. Ze heeft bijna alles wat een liedzangeres nodig heeft: lenigheid, aandacht voor de tekst, een bescheiden en uitschakelbaar vibrato. Ze is bovendien een innemende verschijning. Heel toepasselijk opende ze haar recital met het Heine-lied Auf Flügeln des Gesanges.

Maar daar deed meteen het probleem zich gevoelen, want boven een gemiddelde volumegrens komt er een staalglans over haar stem, die kleur, expressie en intimiteit ondergeschikt maakt aan projectie. De uitwerking laat zich vergelijken met een laaghangende herfstzon: lelijk is het niet, integendeel, maar je moet wel je ogen dichtknijpen. Dat heeft natuurlijk allemaal te maken met die sportschool die het operapodium is. Of met het gegeven dat de zaal van het Muziekgebouw voor de intieme liedkunst een tikje te ruim bemeten is.

Schumanns Liederkreis ligt Dasch beter: in de teksten van Eichendorff zit meer drama, de melodieën zijn meer op de spraak gebaseerd. Toch ligt ook hier monochromie op de loer. Het mooiste zijn de ingetogen liederen als Mondnacht en Zwielicht, waarin Dasch laat horen dat ze in mezzotinten schitterende verhalen kan vertellen – en waarin de muzikale samenspraak met Rudolf Jansen, de éminence grise onder de Nederlandse liedbegeleiders, prachtig tot haar recht komt.


© Frits van der Waa 2015