Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 27 november 2015

Les mamelles de Tirésias is hartverwarmend en actueel

Les mamelles de Tirésias, van Francis Poulenc, door De Nationale Opera o.l.v. Ted Huffman en Roger Vignoles. 25/11, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam. Daar ook 27, 28 en 29/11.

Twee wereldoorlogen spelen mee in Poulencs operaatje Les mamelles de Tirésias. De tekst van Guillaume Apollinaire stamt uit 1917, de muziek uit 1945. Dat uit zich voornamelijk in de aansporing om na alle beproevingen maar veel kinderen te krijgen. De twaalf jonge zangers die het stuk bij De Nationale Opera opvoeren in het kader van de talentontwikkeling geven daaraan aan het slot enthousiast gehoor. Vlijtig trekken ze zichzelf en de anderen de kleren van het lijf.

Er gebeurt hoe dan ook veel met kleren. Apollinaire steekt de draak met de suffragettebeweging, door hoofdpersoon Thérèse, later Tirésias, te laten verkondigen dat ze niet meer wil koken en kinderen baren, maar allerlei mannenberoepen wil beoefenen. Prompt krijgt ze een baard en zegt ook haar borsten vaarwel (de 'mamelles' uit de titel), waarvoor op het podium gebruik wordt gemaakt van twee ballonnen.

In de listige vormgeving van Samal Blak krijgen die een echo in een plafond vol bolvormige lampen, waarvan er een ook weer goede diensten bewijst zodra over het universum wordt gesproken. Het voornaamste attribuut is verder een verrijdbare toog, tevens couveuse voor de vele baby'tjes die in het tweede bedrijf verschijnen. Want Thérèses echtgenoot moet voortaan op eigen houtje voor kinderen zorgen en produceert er meteen maar veertigduizend, inclusief een in luier gestoken 18-jarige, waardoor prompt overbevolking en hongersnood dreigen. Kortom, Les mamelles is ondanks alle kolder verbazend actueel.

Deze eenakter, een coproductie met diverse buitenlandse instanties, wordt niet gespeeld in de grote zaal (daar is – ook van Poulenc – de serieuze opera Dialogues des carmélites te zien), maar in de studio van Nationale Opera & Ballet. Door de korte afstand zijn de zangers uitstekend te verstaan. De sprankelende en goedgemutste muziek, met zijn modernistische coloriet, wordt gespeeld in een bewerking van Benjamin Britten, die voortreffelijk wordt uitgevoerd door de pianisten Roger Vignoles en Edwige Herchenroder.

De heldere sopraan van Hrafnhildur Árnadóttir (Tirésias) en de soepele, zoetgevooisde bariton van Drew Santini (echtgenoot) trekken in het over het toneel darrende gezelschap allereerst de aandacht, naast de grote babytenor (Mitch Raemaekers) en de gendarme (Jorne van Bergeijk) maar eigenlijk zijn ze allemaal hartveroverend. Samen met de uitgekiende choreografie van Zack Winokur leiden hun vakmanschap en enthousiasme tot een wervelende voorstelling, die sluit als een bus.


© Frits van der Waa 2015