de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 22 februari 2016
Manneke meester in kneden vocale lagen
Werk van Escaich, Manneke, Schnittke en Kodály, door het Groot Omroepkoor en Leo van Doeselaar o.l.v. Marcus Creed. 20 februari, Concertgebouw, Amsterdam. radio4.nl/ntrzaterdagmatinee
Eigenlijk was het Concertgebouw niet zo'n geschikte plek voor het nieuwe vierkorige werk van Daan Manneke, al is het geschreven in opdracht van de Zaterdagmatinee, die daar zijn vaste residentie heeft. Voor Aube, symphonies pour quatre choeurs et orgue, zoals het voluit heet, vormde het Groot Omroepkoor vier keurige blokjes op het podium, zodat de groep een breed front werd, waarin de klank zo'n beetje heen en weer golfde. Dit stuk is geknipt voor het Orgelpark met zijn vier balkons en daar zal het vast eens in reprise gaan.
Aube, op een tekst van Rimbaud, heeft een grote klankrijkdom. Na een spervuur van orgelklanken ontvouwt zich eerst een statisch, door een kwint gedomineerd harmonisch landschap, waarin stemmen wemelen als blaadjes in de wind. Spannend zijn een paar cesuren, waarin de klank stilstaat en alleen wordt verkleurd door rondrimpelende boventonen.
In de loop van de acht delen worden de samenklanken minder eenduidig en groeien de kleine vertakkinkjes uit tot complete melodieën. Tot slot bundelen de vier koren zich tot één ensemble dat op pendelende akkoorden lijnen dooreenvlecht tot een zinnelijke samenzang. Revolutionair is dit slechts twintig minuten durende werk van de 76-jarige Manneke niet, maar hij is een meester in het kneden van de vele vocale lagen tot een aldoor boeiend geheel.
Spannend was ook de opening, het orgelstuk Evocation III, waarin de Fransman Thierry Escaich een bekende koraalmelodie kiekeboe laat spelen. De Missa brevis van Kodály, ondanks de titel het langste onderdeel van het programma, is nogal gekunsteld en kan voorlopig weer de kast in.
© Frits van der Waa 2016