de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 20 april 2016
Zes vragen over Mahlers 'onvoltooide' Tiende Symfonie
De Tiende Symfonie is Mahlers Onvoltooide. Toch zijn er van geen ander stuk zo veel gecompleteerde versies. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest brengt drie uitvoeringen van de uitwerking door Deryck Cooke (1919-1976). Zes vragen over De Tiende.
Vanwaar die fascinatie voor Mahlers Tiende?
Dat komt doordat het stuk af is, en toch absoluut incompleet. Mahler schreef zijn symfonieën altijd eerst in schetsvorm, op vier notenbalken. Pas in een later stadium werkte hij die schetsen uit.
Van alle vijf delen van de Tiende Symfonie heeft hij in de zomer van 1910 de grote lijn opgeschreven, van maat tot maat. Alleen staat er soms niet meer dan één melodielijn.
Dat is toch onbegonnen werk?
Dat dachten ze na Mahlers dood in 1911 ook. Verschillende beroemde componisten hebben ernaar gekeken: Alban Berg, Ernst Krenek, Schönberg en Sjostakovitsj. Ze vonden dat het niet kon.
Wat het allemaal nog prikkelender maakte, is dat het eerste deel, een groots Adagio, nog wel volledig door Mahler in partituur is gebracht. Dat wordt ook geregeld als zelfstandig stuk uitgevoerd. Ook van het derde deel is zo veel genoteerd dat het speelbaar is. Maar dat is heel kort.
Hoe is het tot een volledige versie gekomen?
In 1960, precies honderd jaar nadat Mahler was geboren, heeft de Britse musicoloog Deryck Cooke een flink deel van de muziek uitgewerkt tot een 'performing version'. Aanvankelijk voor de radio, om de luisteraar een idee te geven van wat Mahler voor ogen heeft gestaan. Dat groeide uit tot een complete uitwerking.
Hoe lang is dat stuk eigenlijk?
Wel vijf kwartier. De buitenste delen zijn het langst en ze krimpen naar het midden toe. Het derde deel heet 'Purgatorio', vagevuur, en duurt maar vier minuten.
Hoe werd die voltooiing van Cooke ontvangen?
Wisselend. Weduwe Alma gaf er uiteindelijk haar fiat aan. Er zijn nog steeds mensen die het nep vinden.
De Tiende zit, op dat eerste deel na, ook niet in de grote Mahler-cd-box van het Koninklijk Concertgebouworkest. Maar hij wordt toch wel vrij veel gespeeld. In elk geval vaker dan de zes andere gecompleteerde versies die er in de afgelopen halve eeuw bij zijn gekomen. Die gaan vaak verder dan Cooke, die zich eigenlijk heel bescheiden opstelde: 'Mijn partituur representeert eenvoudigweg het stadium dat het werk bereikt had toen Mahler stierf, in een voor uitvoering hanteerbare versie.'
En is het interessante muziek?
Jazeker! In al zijn symfonieën krijgt het persoonlijke een universeel karakter, en dat is hier ook zo. Mahler was een typische romantische componist, en dit stuk stamt ook nog eens uit een heel tragische periode van zijn leven. In deze muziek gaat hij verder dan hij ooit gegaan is, niet alleen in de extreme contrasten, maar ook in de harmonische taal.
Je voelt de toen hypermoderne atonale muziek van Schönberg al bijna aankomen.
RPhO o.l.v. Yannick Nézet-Séguin. 21 en 22/4, De Doelen, Rotterdam. 23/4, Concertgebouw, Amsterdam.
© Frits van der Waa 2016