de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 25 april 2016
Bloedstollende momenten in Mahlers Tiende
Mahler, Tiende Symfonie. Door het Rotterdams Philharmonisch Orkest o.lv. Yannick Nézet-Séguin.
21/4, De Doelen, Rotterdam. Herh.: Amsterdam, 23/4.
Als chefdirigent Yannick Nézet-Séguin over twee jaar het Rotterdams Philharmonisch Orkest gaat verlaten, betekent dat het einde van een gouden combinatie. Drie uitvoeringen van Mahlers Tiende getuigden daar de afgelopen dagen nog eens van. Wegens ziekte van sopraan Karin Strobos kwam Selige Sehnsucht van Willem Jeths te vervallen. Jammer, omdat dit werk uitdrukkelijk verwijst naar de symfonie die Mahler niet meer kon voltooien.
De van begin tot eind doorlopende, maar rudimentaire schets van de Tiende is decennia later speelklaar gemaakt door de Britse musicoloog Deryck Cooke. Het stuk geldt niet als een volwaardige Mahler, maar daarvan is bij Nézet-Séguin niets te merken. Niet alleen de dramatische structuur van de weerbarstige, vijf kwartier durende compositie komt bij hem voortreffelijk tot zijn recht, maar ook de mahleriaanse touch van gonzende klankvelden en knerpende blazers is voortdurend aanwezig. Ja, het stuk ontbeert hier en daar de ware meesterhand, maar toch staan hier de ideeën én de contouren van een echte Mahlersymfonie.
Het traject naar en zelfs na de dood heeft Mahler in zijn oeuvre al eerder afgelegd, maar nergens zo navrant als hier. Bloedstollende momenten zijn het 'doodsakkoord' in het eerste deel, een huiveringwekkende stapelklank van tien tonen, en de kale, onverbiddelijke tromslagen waarmee het imposante slotdeel opent. Het koper laat noodsignalen horen, de fluit een meer dan spookachtige solo, en ten slotte blaast de muziek Mahlers laatste adem uit in een groot majeurakkoord, waarvan eerder berusting dan vertroosting uitgaat.
© Frits van der Waa 2016