Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 1 augustus 2016

In Delft Chamber Festival staan bekende en vergeten muziek naast elkaar

Delft Chamber Music Festival

Links van het podium blikt het standbeeld van Hugo de Groot over het marktplein van Delft. Erachter rijst de Nieuwe Kerk op met daarboven een loodgrijs wolkendek. Halverwege de avond begint het te druppelen en verdwijnen de musici schielijk van het podium, om hun instrumenten te sparen. De regen zet niet door en een paar minuten later wordt het concert hervat. Tussen de lessenaars zit, in kleermakerszit, een assistent, die even soepeltjes als onopvallend telkens wasknijpertjes op de bladmuziek zet als de musici hun pagina hebben omgeslagen.

Meer dan ooit treedt het Delft Chamber Music Festival, dat dit jaar voor de twintigste keer plaatsvindt, buiten de veilige muren van de overdekte Van der Mandelezaal in het Prinsenhof en verruimt het zijn muzikale blikveld. Zo biedt het openluchtconcert naast voorproefjes uit de komende concerten, een optreden van het Frommermann-gezelschap, vijf kwelende heren, een pianist en gitarist. Met verrukkelijke arrangementen en geestig optreden winden ze het publiek om hun vinger. Hun repertoire reikt van Schuberts Du holde Kunst tot Meneer Dinges weet niet wat swing is. Hoogtepunt is een medley, aangeprezen als 'het allermooiste wat dit land heeft voortgebracht', een aaneenschakeling van smartlappen en reclamedeuntjes, waarin Koffie, koffie en Kom van dat dak af naadloos overgaan in Huilen is voor jou te laat.

Het Delftse festival, samengesteld en veelal gepresenteerd door de zelfverzekerde violiste Liza Ferschtman, biedt behalve vertier veel serieuze noten. Het verbindende thema luidt 'DNA: essentie onderzocht'. Dat biedt ruimte aan concerten met motto's als 'aardse driften', 'survival of the fittest' en 'mutaties'. En er zijn aanvullende projecten, zoals de Jong-talentdag, komende woensdag, en de dag in Midden-Delfland, waarmee het festival ook buiten de stadsgrenzen acte de présence geeft. En voor het eerst bevat het programma ook een operavoorstelling, Die sieben Todsünden van Weill en Brecht.

Vergeten en bekende muziek staan naast elkaar bij het concert waarmee het festival donderdag opent in de Van der Mandelezaal. Curieuzer nog dan Rachmaninovs overdonderende Suite voor twee piano's is het Septet van André Caplet, waarin een strijkkwartet wordt geflankeerd door drie vocaliserende zangeressen. Een bijzonder knap stuk, waarmee de componist in de voetsporen treedt van Debussy. Daartegenover staat het bekende Octet van de als 16-jarige al geniale Mendelssohn, bevlogen uitgevoerd door een van Ferschtmans vele internationale vriendenclubs.

Zaterdagmiddag laat een keur aan musici horen dat volksmuziek veel componisten in de genen zit. Zo speelt het Berlage Saxophone Quartet een schitterende bewerking van Dvoráks Strijkkwartet no. 12, waarin melodische wendingen uit de Amerikaanse negrospirituals een Tsjechische tongval krijgen. De transformatie van snarenspel naar saxen is niet minder overtuigend. In hetzelfde concert klinken ook twee vurige, opzwepende delen uit El Amor Brujo van De Falla, dat mede dankzij de pompende contrabas een Led Zeppelin-achtige ruigheid krijgt. Maar het meest bijzonder is het aandeel van het Rembrandt Frerichs Trio, dat drie klassieke stukken uit het Midden-Oosten speelt, met een fortepiano uit Mozarts tijd en een lirone, een vroege variant van de contrabas, waarmee Tony Overwater er al improviserend nog een flinke vleug jazz doorheen blaast.

In het avondprogramma wordt het raadsel van de genialiteit verkend, aan de hand van Bach, Mozart en Beethoven. De permanente vervoering die Erich Korngold in zijn pianokwintet uit 1921 nastreeft, is daarbij vergeleken iets te veel van het goede. Maar de sublieme, intens persoonlijke interpretatie die Elisabeth Leonskaja geeft aan Beethovens Pianosonate op. 30 overstijgt alles en laat het publiek ademloos achter. Ook onder topmusici zijn er nog gradaties van genialiteit.


© Frits van der Waa 2016