de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 9 augustus 2016
Vruchteloos maaksel
The Mother of Black-Winged Dreams. Door Dutch National Opera Academy en Nationaal Jeugd Orkest o.l.v. Javier López Piñón en Clark Rundell. 6/8, Zwitsalfabriek, Apeldoorn. Herh: 9, 10 en 12/8.
Waanzin is in opera en theater altijd een geliefd en vruchtbaar thema geweest. Het gegeven van Hanny Kulenty's opera The Mother of Black-Winged Dreams een kijkje in het hoofd van een vrouw met een meervoudige persoonlijkheid is dan ook veelbelovend. Kulenty, een componiste met Poolse wortels die al lang in Nederland woont, schreef het werk twintig jaar geleden en oogstte er bij de première in München veel lof mee. Het stuk, dat in 2010 ook nog is opgevoerd in Polen, is nu opgepakt door de Dutch National Opera Academy, in samenwerking met de NJO Muziekzomer.
De waanzin die Kulenty en haar librettist Paul Goodman hier schilderen, blijkt helaas weldra van het uitzichtloze soort. Hoofdpersoon Clara doolt in haar eentje door een verlaten fabriekshal en krijgt al snel gezelschap van zes alter ego's vier vrouwen en twee mannen. Die mannen blijken uiteindelijk Clara's agressieve kant te vertegenwoordigen, maar verder is er tussen die afsplitsingen karakterologisch noch muzikaal hoegenaamd een onderscheid, en dat wreekt zich onmiddellijk.
Omdat er grotendeels door elkaar wordt gezongen en gesproken, is het afzien van boventiteling begrijpelijk. De Engelse teksten zijn hoe dan ook vaag en bar slecht te verstaan. Maar werkelijk fnuikend is de eenvormigheid van de muziek, die anderhalf uur lang wordt bepaald door een stugge vierkwartsmaat en aldoor herhaalde lage pianotonen, waarboven de overige zes instrumenten en de zangers zich voortbewegen in drabbige clusters. De trage climaxen en plotselinge stiltes zijn als dramatische middelen al te simplistisch.
Javier López Piñón een doorgewinterd operaregisseur weet het toneelbeeld van dit vruchteloze maaksel nog enigszins levendig te houden. Maar het enige memorabele van deze voorstelling zijn uiteindelijk de levensgrote poppen van Rieks Swarte, die weggelopen lijken uit een enge kinderdroom.
© Frits van der Waa 2016