de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 19 augustus 2016
Shani zet Beethoven en Brahms naar zijn hand
Beethoven en Brahms. Door het Rotterdams Philharmonisch orkest o.l.v. Lahav Shani. 17 augustus, Concertgebouw, Amsterdam.
De nieuwste wonderboy van het Rotterdams Philharmonisch Orkest heet Lahav Shani en is amper 28 jaar. Het Rotterdamse orkest heeft al sinds jaren een neus voor jong dirigeertalent. Het spotte Valeri Gergjev in een vroeg stadium en ook de huidige chef, Yannick Nézet-Séguin, was nog maar net de 30 gepasseerd toen hij voor het eerst voor het orkest stond.
De vraag of Shani een mogelijke opvolger voor Nézet-Séguin is, valt nog niet te beantwoorden. Nadat de jonge Israëliër in juni had gedebuteerd in Rotterdam, waarbij hij tevens solieerde in een pianoconcert van Mozart, traden hij en het orkest woensdag aan in het Amsterdamse Concertgebouw. Opvallend was vooral de rustige, vaste hand waarmee Shani het orkest tot rijkgeschakeerde vertolkingen van Beethoven en Brahms bracht. De 32-jarige Duitser Augustin Hadelich, die in Beethovens vioolconcert aantrad als solist, zat in het eerste deel niet overal lekker in zijn vel, met een wat dunne toon en een wat ongemakkelijke intonatie, maar leverde wanneer het er echt op aan kwam prima spel – en heel mooie trillers.
Brahms' Vierde symfonie bood Shani gelegenheid zijn gaven te etaleren. Zijn Brahms is vitaal en veelkleurig en immer voorwaarts gericht. Volle vuurkracht bereikt hij langs lijnen van geleidelijkheid, en de orkestklank is zwoel, maar kent ook scherpe randjes. Boeiend waren vooral de voortdurende transformaties in het tweede deel en het contrast tussen noodlot en verstilling in de finale. En het Rotterdamse orkest liet bij deze uitwedstrijd weer eens horen dat het niet onderdoet voor zijn Amsterdamse tegenpool.
© Frits van der Waa 2016
