Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 19 september 2016

Ultieme liefdesoffers

Musica Sacra. Diverse concerten, 16 en 17/9, Maastricht.

Onder het schitterende escheriaanse koepelgewelf van de Keizerzaal in de Sint-Servaasbasiliek klinkt muziek van een heel andere signatuur dan wat ooit gespeeld zal zijn onder de negen eeuwen oude zuilen, bogen en doorgangen.

Een zanger in een wit gewaad, Anass Habib, zingt melancholieke liederen, begeleid door kora, ney en ud – ook al een uitzonderlijke combinatie, want de ney (een fluit) en de ud (een luit) zijn instrumenten uit de Arabische cultuur, terwijl de kora, een fantastische apparaat met een kalebas als klankkast, een lange hals en heel veel snaren, een Afrikaanse harp is. Maar aan eendracht schort het de drie leden van het Turks-Nederlandse Mehmet Polat Trio niet. De timbres van hun instrumenten lijken te versmelten terwijl ze hun ze hun rondcirkelende, hypnotische melodieën over het stuwend netwerk van bastonen plooien.

Hoewel het idioom van de muziek onbetwist oosters is, klinken er ook elementen uit de pop en jazz in door. En het repertoire heeft op een door de musici niet nader toegelichte manier ook te maken met de geschiedenis van Laila en Madjnoen, een Arabische pendant van het liefdesverhaal van Tristan en Isolde. Zo past het in het thema 'Offer van Liefde', dat dit jaar de leidraad is bij Musica Sacra. Het festival, dat dit weekeinde zijn 34ste aflevering beleefde, legt al sinds lang succesvolle verbindingen tussen het spirituele en het sacrale.

Dat wordt meteen treffend gedemonstreerd in een van de openingsconcerten, waar bijbelteksten over de liefde van de apostel Paulus, verklankt door de twaalftoonscomponist Luigi Dallapiccola, worden geflankeerd door het mythologische verhaal van Penelope, die haar afwezige echtgenoot Odysseus twintig jaar lang door dik en dun trouw bleef.

Voor deze compositie van de Fransman Roger Calmel treden behalve het ensemble Oxalys en de zangeressen Camille Hubert en Raphaële Nsunda de twee Brusselse kinderkoren La Maîtrise en La Choraline aan, die de koren van vrijers en dienaressen een stralend cachet geven.

Ook de opera Alceste van Gluck, die een uitstekende concertuitvoering beleeft onder handen van (oud-)studenten van het Koninklijk Conservatorium en het vocaal ensemble Currende, grijpt terug op de Griekse mythologie. De Nieuw-Zeelandse sopraan Lauren Armishaw schittert in de titelrol als trouwe echtgenote die haar doodzieke man Admetos redt door in zijn plaats naar de onderwereld te gaan.

Le vin herbé, een oratorium dat de Zwitser Frank Martin omstreeks 1940 schreef, schiet wat dat betreft iets te kort. Tristan en Isolde zijn de hoofdpersonen, maar met de opera van Wagner heeft dit werk verder weinig gemeen, niet alleen omdat Martin een veel uitgebreidere versie van het verhaal als uitgangspunt heeft genomen, maar vooral omdat de muziek- en vertelstijl hemelsbreed verschilt.

Hoewel het verhaal beeldende scènes bevat, met onder meer een storm op zee, en Martin wonderen verricht met de vocale lay-out en zijn bescheiden ensemble van zeven strijkers en een piano, is de stijl toch iets te beperkt voor een werk dat ruim twee uur duurt. Tegen de eloquente Tristan van Marcel Beekman steekt Isolde van Renate Arends, hoe innemend ook, wat vlak af.

Beekman is diezelfde dag ook prominent als evangelist in Bachs Johannes Passion, waarin Jezus de kruisdood sterft voor de hele mensheid, bij uitstek het ultieme liefdesoffer. Maar de versie in de Sint-Janskerk wijkt behoorlijk af van de klassieke passievertolkingen. Organist Klaas Hoek is ervan overtuigd dat met de opmars van de historiserende muziekpraktijk bepaalde kwaliteiten van de laatromantische benadering met het badwater zijn weggegooid. Zijn bewerking is vrij afwijkend. Het orkest is teruggebracht tot een strijkkwartet en een harmonium. Christus wordt gezongen door mezzosopraan Antje Lohse en alle aria's zijn verdwenen, wat wordt gecompenseerd door drie nieuwe instrumentale tussenspelen van Willem Boogman. Alles maakt deze versie van de 'Johannes' tot een curieuze, maar behartigenswaardige visie op Bachs muziek.


© Frits van der Waa 2016