de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 7 oktober 2016
Klavierkosmopoliet
Froberger edition vol 8: Toccata. Bob van Asperen. Aeolus.
Frobergers Reisen. Magdalena Hasibeder. Raumklang (2 cd's).
Het is dat Johann Jakob Froberger zo vriendelijk was om in de titels van zijn composities allerlei biografische informatie te verwerken, anders hadden we nog minder over hem geweten dan nu het geval is. Zo schreef hij stukken waarin hij in de titel beschrijft hoe hij in de bergen is gevallen, hoe hij een gevaarlijke overtocht over de Rijn heeft gemaakt en hoe hij is beroofd door een stel soldaten. Froberger reisde door heel Europa, dat destijds in de greep was van de Dertigjarige Oorlog. Dergelijke tochten verliepen dus niet zonder slag of stoot. Waar Froberger (1616-1667) zich in de diverse stadia van zijn leven bevond, is nog wel na te gaan. Maar we hebben bijvoorbeeld geen idee hoe hij eruitzag.
De componist werd 400 jaar geleden geboren in Stuttgart, wat aanleiding is voor een tweedaags Froberger-festival in Middelburg, dat vandaag begint. Hij was een spilfiguur in de klaviermuziek van de 17de eeuw bijna al zijn muziek is gedacht voor toetsen en is dan ook zeer geliefd bij klavecinisten.
Wijlen dirigent en organist Gustav Leonhardt was een pleitbezorger van zijn muziek. Diens leerling Bob van Asperen, die ook optreedt in Middelburg, voltooide onlangs zijn Froberger Edition, een achtdelige cd-reeks met het complete werk van de componist, inclusief twee vocale motetten.
Froberger was een echte kosmopoliet. Hij bezocht Oostenrijk, Frankrijk, Engeland, Italië en zelfs Nederland. Ook verkeerde hij met allerlei vooraanstaande tijdgenoten, zoals de Franse componist Louis Couperin, Constantijn Huygens en natuurlijk allerlei adellijke personages.
Die vele muzikale invloeden hanteert de Oostenrijkse klaveciniste Magdalena Hasibeder als leidraad bij haar dubbel-cd Frobergers Reisen, waarop ze zijn muziek flankeert met het werk van bekende en minder bekende tijdgenoten. Net als Van Asperen bespeelt ze instrumenten uit de tijd van Froberger zelf. De eerste cd is gewijd aan klavecimbelmuziek, de tweede aan het orgel. Wat componisten als Steigleder en Ebner aan perspectief toevoegen is niet echt duidelijk, maar veel connecties die met Couperin bijvoorbeeld verhelderen de plaats van de componist in zijn tijd.
Wat Frobergers werk zo bijzonder maakt, naast de hoge muzikale kwaliteit, is de veelzijdigheid ervan. Net als Bach ruim een halve eeuw later zou doen, bereikte Froberger een synthese van diverse nationale stijlkenmerken. Zijn oeuvre bevat abstracte, streng polyfone stukken en lichtvoetige hersenspinsels. Fascinerend zijn de toccata's, waarin slimme uitwerkingen van uiteenlopende thema's worden afgewisseld met losser gestructureerde passages, die de speler de nodige vrijheid laten duidelijke staaltjes van de stylus phantasticus, zoals dat heette. Van Asperens afsluitende cd biedt een fraaie dwarsdoorsnede van deze laatste categorie, waaronder ook een paar voor kerkelijk gebruik bestemde toccata's, die dan ook op een orgel worden uitgevoerd.
Maar volgens kenners zijn het de suites die de kern uitmaken van Frobergers oeuvre. Dit zijn ook de stukken die vooruitwijzen naar Bach; reeksen gestileerde dansen, meestal geopend met een contemplatieve Allemande en afgesloten met een springerige Gigue.
Juist in deze suites zijn ook die stukken met een buitenmuzikale aanleiding te vinden, die niet alleen maar over pech onderweg gaan, maar ook over andere droeve gebeurtenissen. Hij schreef lamentaties over de dood van bekende personages, zoals de Franse luitist Charles de Blancrocher of koning Ferdinand IV. Dat laatste stuk eindigt met een stijgende toonladder over drie octaven als symbool van de ten hemel stijgende ziel van de vorst, wat in het handschrift nog wordt benadrukt met een tekening van een prachtige wolkenpartij met jakobsladders.
In deze composities openbaren zich de Franse invloeden in Frobergers werk, zoals de style brisé, waarin de akkoordtonen over het klavier dwarrelen, en vooral de vrije benadering van het tempo, veelal aangegeven met de instructie 'se joue avec discretion' (dient met discretie gespeeld te worden). Die 'discretie' slaat dan op een vloeiende, expressieve manier van spelen, die niet goed weer te geven is met het gangbare notenschrift en die duidelijk maakt dat het klavecimbel zo veel meer kan zijn dan een ritmisch ratelende snarenkast.
De dood
Met zijn Meditation sur ma mort future schreef Johann Jakob Froberger in 1660 een stuk over zijn eigen dood, die inderdaad niet al te lang op zich liet wachten: in 1667 stierf hij aan een beroerte, 50 jaar oud.
© Frits van der Waa 2016