de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 10 oktober 2016
Franse geloofsbrieven vol kruidige harmonieëen
Fauré, Heppener, Duruflé en Poulenc, door het Groot Omroepkoor o.l.v. Ed Spanjaard. 7/10, TivoliVredenburg, Utrecht.
Zacht, donzig en zoetvloeiend openden de zestig zangers van het Groot Omroepkoor vrijdag hun overwegend Franse programma met Cantique de Jean Racine van Gabriel Fauré. Samen met het murmurerende orgel zette het de toon voor een avond vol vergeestelijkte muziek.
Het Omroepkoor, dat veelal optreedt in combinatie met dat andere als laatste overgebleven omroepensemble, het Radio Filharmonisch Orkest, deed het voor de verandering op eigen houtje, zij het met medewerking van organist Jan Hage, korte bijdragen van andere solisten en onder aanvoering van Ed Spanjaard. Spanjaard (67) is een van de beste dirigenten die er in Nederland rondlopen, de buitenlanders meegerekend, maar heeft (kennelijk) nooit een grote carrière nagestreefd.
Tussen de devote Franse composities zat één wereldse verrassing: Del iubilo del core che esce in voce van Robert Heppener. Met zijn stevige component spreekkoren klinkt het stuk erg naar 1974, het jaar van ontstaan, maar het draagt die gedateerdheid met glans. Spanjaard gaf de mengeling van toon en taal een geweldige vaart en uitbundigheid en het koor maakte indruk met grote akkoordstapelingen en kreten als van marktkooplui.
Het Requiem van Duruflé uit 1947 blikt veel meer naar het verleden, met zijn voortdurende hele en halve echo's van het Gregoriaans. Hoewel de Dag des Oordeels aanleiding vormt voor hoorbare rampspoed, is de stemming gedragen en ingetogen. Maar met kruidige harmonieën houdt Duruflé de roomse pasteltinten in bedwang en zorgt dat het Pie Jesu, een mooie solo van mezzo Virginie Verrez, aandoet als muzikaal wijwater met een bite.
© Frits van der Waa 2016