Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 17 oktober 2016

Kurtágs multiversum

Webern, Schönberg, Ligeti, Kurtág. Door Asko|Schönberg, Tamara Stefanovich en Jean-Guihen Queyras o.l.v. Reinbert de Leeuw. 13/10, Muziekgebouw, Amsterdam.
Sweelinck, Schumann, Kurtág. Door Pierre-Laurent Aimard. 15/10, Muziekgebouw, Amsterdam.

'Dit is het allermoeilijkste wat ik als dirigent ooit heb moeten doen', zei Reinbert de Leeuw woensdag over zijn jongste project, een driedubbel-cd met de belangrijke werken van György Kurtág. 'Kurtág gaat tot de grens. Iedere noot moet zijn betekenis krijgen. Wat hij wil horen is zó ongelooflijk gedetailleerd.'

De Leeuw en zijn Asko|Schönberg staafden dit met fantastische uitvoeringen van twee grote ruimtelijke werken van Kurtág, waarbij een deel van het ensemble verspreid is over de zaal en de balkons. Vooral het twintig minuten durende Dubbelconcert fascineerde door de vele subtiliteiten en het rijkgeschakeerde samenspel van pianiste Tamara Stefanovich en cellist Jean-Guihen Queyras. Ook het kortere ...quasi una fantasia... is ondanks een paar grote uitbarstingen een monument van fijnzinnigheid, vol secuur afgewogen mengklanken. Kurtágs ultieme perfectionisme is koren op de molen van De Leeuw.

De Hongaar Kurtág, dit jaar 90 geworden, is een van de belangrijkste nog levende avantgardisten. In zijn werk komen de spontaniteit van een voorganger als Bartók en het expressionisme van Webern bijeen.

Hij is geen prater; zelfs in het door zijn kleindochter gefilmde componistenportret Home Video, waaruit enkele fragmenten werden vertoond, wordt hij vaak gesouffleerd door zijn vrouw Márta. De veelzeggendste momenten zijn die waarin hij één enkel lijntje meezingt met de piano.

Hoewel hij wel een aantal grotere stukken heeft gecomponeerd en zelfs werkt aan een opera, is Kurtág geen man van de lange baan. Zijn natuurlijke uitingsvorm is het muzikale aforisme, het micro-essay, het korte klankdicht. Zo werkt hij al tientallen jaren aan een steeds verder uitdijende verzameling Játékok ('spelletjes').

Het is niet eenvoudig om uit zulke muzikale bouillonblokjes, hoe smaakvol en krachtig ze op zichzelf ook zijn, een boeiend programma samen te stellen, maar pianist Pierre-Laurent Aimard is daar glansrijk in geslaagd. In zijn recital van vrijdag koppelde hij Kurtág aan Sweelinck en Schumann, vanwege de intense symbiose met het klavier die ook deze componisten erop nahielden.

De afwisseling van groepjes Játékok met twee pakweg vierhonderd jaar oudere Fantasias van Sweelinck was heilzaam, maar vooral de tweede helft, waarin korte stukken van Schumann en Kurtág naadloos en vrijwel om en om in elkaar overgingen, was ongemeen boeiend. Meestercolorist Aimard schakelde probleemloos tussen eeuwen en idiomen en wees trefzeker de weg door het multiversum van Kurtág.


© Frits van der Waa 2016