Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 7 november 2016

Albrecht houdt bij Bruckner zelfverzekerd de touwtjes in handen

Bruckner, door het Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht. 5/11, Concertgebouw, Amsterdam. Herh.: 7/11.

De veelzijdigste baan in het Nederlands muziekleven is in handen van Marc Albrecht. Niet alleen dirigeert hij het Nederlands Philharmonisch Orkest en grote producties bij de Nationale Opera, daarnaast leidt hij het orkest ook in optredens in de concertzaal. Een veeleisende taak en de 52-jarige maestro houdt er, anders dan veel collega's, niet elders nog andere chefdirigentschappen op na.

Dat dit leidt tot een treffende symbiose was zaterdag te horen in het Concertgebouw. Albrecht is zich de afgelopen jaren gestaag door het oeuvre van Anton Bruckner heen aan het werken, en ditmaal was de Vijfde Symfonie aan de beurt. Voor het orkest is het in deze ruimte, waar de echo's van het Koninklijk Concertgebouworkest nog rondwaren, altijd een beetje een ongelijke krachtmeting, maar het weerde zich kranig. Vooral de romige, versmolten strijkersklank is een kenmerk waar mee het zich duidelijk onderscheidt.

Albrecht is goed in het vasthouden van vredige, landschappelijke sferen, maar houdt ook van stevige tempi en forse verfstreken; niet altijd zonder risico. Het openingsdeel grensde aan het roezemoezige, maar van het Adagio ging en genadige rust uit.

Bruckners symfonieën worden vergeleken met kathedralen, maar je kunt ze ook beluisteren als grote mechanieken, als een reuzenklok, maar zonder slinger, want het blijft mensenwerk. Dit beeld drong zich vooral op in de finale, waar Bruckner drie thema's vol pompende octaven door elkaar heen vlecht. Albrecht hield zelfverzekerd de touwtjes in handen en wist tussen het onontkoombaar doordraaiende raderwerk door ook nog ruimte te maken voor een zekere geheimzinnigheid.


© Frits van der Waa 2016