de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 28 november 2016
Snijdende teksten, scherpe muziek
Dreigroschenoper, van Weill en Brecht, door Insomnio o.l.v. Ulrich Pöhl. 24/11, TivoliVredenburg, Utrecht.
Een wereld waarin het slecht verdeeld is, maakt de mensen alleen maar slechter, dat is het centrale gegeven van de Dreigroschenoper, het cynische muziektheater waarmee Kurt Weill en Bertolt Brecht in 1928 furore maakten. Evergreens als de Kanonensong en Seeräuber-Jenny houden de faam van het stuk hoog, maar de complete muziek hoor je zelden.
Het ensemble Insomnio, dat in het Utrechtse muziekcentrum een concertreeks aan Duitsland wijdt, luidde die donderdag in met de volledige Dreigroschen-muziek. De gesproken tekst was gecomprimeerd en in de mond gelegd van een vertelster, Carolien Zimmermann. Haar Duits was aanmerkelijk beter te verstaan dan de Nederlands gesproken inleiding van dirigent Ulrich Pöhl, maar zal toch niet voor alle toehoorders te volgen zijn geweest.
Dat gaf niet, de knetterende muziek was de hoofdzaak en de liedteksten werden op een scherm geprojecteerd, in een vrije, maar spitse versie van een niet met name genoemde vertaler.
Zo snijdend als de teksten, zo scherp klinkt ook de muziek. De vier zangers, overwegend van Duitse komaf, hebben geen klassiek geschoolde stemmen, en zo hoort het ook. Niettemin zingt vooral Magdalena Ganter als Polly Peachum schitterend hoge noten.
Insomnio laat de muziek vonken. Blazers en slagwerk dragen de klank, die bijzonder wordt bijgekleurd door harmonium, banjo en bandoneon. Fluit en mandoline leveren een meer dan spookachtige combinatie op. Het is inderdaad een belevenis in anderhalf uur tijd de rijkdom te ervaren van dit 'armzalige' stuk met zijn dwarse noten. Weill was behalve een groot liedjesschrijver een geniale componist.
© Frits van der Waa 2016