Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 14 februari 2017

Subtiele weefwerken van onopvallende geluiden

Werk van Kubisch en Bauckholt, door het Nieuw Ensemble o.l.v. Ed Spanjaard 9/2, Muziekgebouw, Amsterdam.

Als je na een concert op weg bent naar huis en het je opeens opvalt wat een boeiende, rijke geluiden de tram maakt, dan heeft dat concert wel iets met je oren gedaan. Carola Bauckholt en Christina Kubisch, de Duitse componisten van wie het Nieuw Ensemble een dubbelportret bracht, zijn allebei geïnteresseerd in geluid dat je niet hoort. Bij Bauckholt gaat het dan vooral om geluiden die je door hun gewoonheid en 'niet-muzikaliteit' domweg niet opvallen. Kubisch zoekt het dieper: ze traceert met speciale apparatuur de elektromagnetische golven die ons overal omringen en maakt die hoorbaar.

De componisten, die allebei een behoorlijke staat van dienst hebben, zijn bevriend geraakt. Bijzonder is dat ze in de nieuwe stukken die ze hebben gecomponeerd in opdracht van het Amsterdamse Muziek-gebouw, elementen uit elkaars werk gebruiken.

Bauckholts muziek is een soort musique pauvre. Uit ruisjes, klikjes, plofjes en rammeltjes, met een enkel toontje, maar dan bij voorkeur heel hoog of laag, construeert ze subtiele weefwerken, die langzaam voorbijtrekken, soms flink uitdijen en af en toe een echte climax bereiken. Er is goed over nagedacht, want de elementen vullen elkaar aan, bevatten geen overbodigheden en zitten elkaar niet in de weg.

Toch heeft zowel haar Treibstoff voor instrumenten als haar Laufwerk, dat ook nog een soundtrack met door de componist zelf opgenomen klanken bevat, iets kinderlijks. Dat zit hem vooral in de simplistische pendelbewegingen en octaafsprongen en in het onverhoeds op de grond laten ploffen van een voorwerp, wat één keer leuk is, maar in beide stukken wordt toegepast.

Het materiaal van Kubisch' muziek is te typeren als objets trouvés. Voor haar Seven Magnetic Places, een bandcompositie, nam ze elektromagnetisch geluid op luchthavens, in winkelcentra en op andere publieke plaatsen in zeven grote steden.

Ook bij Kubisch is het idee van muzikale richting grotendeels afwezig. Ze voert de luisteraar mee door een geluidslandschap dat gedragen wordt door lange gonzende tonen, die doen denken aan het gezoem van telegraafkabels, waarin bliepjes en kortegolfgeluiden enig leven in de brouwerij brengen. In het wat ingetogener Wien Landstrasse combineert ze dergelijke geluiden met door haar bewerkte fragmenten uit het werk van Bauckholt, uitgevoerd door vier strijkers.

Het is even doorbijten, maar dat wordt wel beloond, met Bauckholts Point of Presence, geschreven voor de kernbezetting van het Nieuw Ensemble, waarin ze Kubisch' klankveldmateriaal vertaalt naar instrumenten. Dat werkt: het wat levenloze geluid krijgt bezieling en door de versmelting van de twee werelden ontstaan boeiende ambiguïteiten. Bauckholt toont zich hier een vakvrouw met een ongemeen scherp oor.


© Frits van der Waa 2017