de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 15 mei 2017
Wigglesworth haalt prikkelende progressies uit orkest
Wigglesworth, Knussen en Elgar. Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Ryan Wigglesworth.
11/5, Concertgebouw, Amsterdam.
Het Koninklijk Concertgebouworkest nam donderdag een kijkje overzee. Het programma was gewijd aan Engeland en opgehangen aan 'het mysterie', vanuit de wat geforceerde notie dat Britten goed zijn in raadsels. Zo heette het in Clocks from a Winter's Tale van Ryan Wigglesworth te gaan om het mysterie van de tijd. De componist dirigeerde zelf de wereldpremière van zijn in opdracht van het orkest geschreven stuk.
Hoewel er vrij veel buisklokken in voorkomen, heeft het muzikaal materiaal eerder te maken met Wigglesworths opera naar Shakespeare, die eerder dit jaar in Londen werd opgevoerd, dan met tikkende mechaniekjes. In een halfuur laat Wigglesworth horen dat hij goed geïnstrumenteerde klanken uit het orkest kan halen en prikkelende, door verschillende toonsoorten zwervende progressies weet te verzinnen.
Het eerste van de drie delen heeft iets zoekends. In het tweede buitelen de noten over elkaar. De tegenstelling tussen sobere passages en drukke orkestuitbarstingen is nogal fors: er zit weinig tussenin. Het derde deel, met zijn wrangzoete strijkers en brede golfslag, is veel beter in balans.
Ook Oliver Knussen is zowel dirigent als componist en weet hoe je een orkest optimaal moet laten klinken. Zijn hoornconcert uit 1995, met een dankbare partij voor solist Félix Dervaux, is wel een beetje aan de brave kant.
Elgars befaamde Enigmavariaties kregen onder de breed uitzwaaiende handen van Wigglesworth een rijkgeschakeerde uitvoering met mooie contrasten tussen stormachtig en verstild.
© Frits van der Waa 2017