Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 12 juni 2017

Met werken van drie pioniers haalt Tan uiterste uit de piano

Cage, Cowell en Crumb, door Margaret Leng Tan. 9/6, Muziekgebouw, Amsterdam

Precies honderd jaar zat er tussen het oudste en het recentste werk op het programma van pianist Margaret Leng Tan. Voor het Holland Festival portretteerde ze drie Amerikaanse pioniers van de piano, Cage, Cowell en Crumb. Al in 1917 schreef Henry Cowell in zijn The Tide of Manaunaun letterlijk ellebogenwerk voor: terwijl de pianist met haar rechterhand een vrij normale melodie plus akkoorden speelt, davert in het basregister een onbestemd uitdijend en weer inkrimpend gedruis mee. In Aeolian Harp en The Banshee verkent Cowell bovendien het interieur van de piano, door de muzikant over de snaren te laten vegen of schrapen, wat respectievelijk etherische en spookachtige geluiden oplevert.

Baanbrekend en wel blijven deze composities van Cowell vooral karakterstukjes. John Cage pakte het grondiger aan, met zijn muziek voor 'geprepareerde' piano. Door gummetjes, bouten en ander materiaal tussen snaren te klemmen, veranderde hij de vleugel in een soort veelkleurig slaginstrument, dat door de repetitieve structuren in zijn muziek aan de gamelan doet denken. Tan, die veel heeft samengewerkt met Cage in de laatste tien jaar van zijn leven, gaf The Perilous Night expressief gestalte.

Omdat de schilder Jasper Johns later (1982) een schilderij maakte naar aanleiding van dit muziekstuk, en George Crumb daarop weer een deel baseerde van zijn nieuwe werk Metamorphoses, Book I, sloot de cirkel van Tans programma zich op een elegante manier. De nu 87-jarige Crumb is dit jaar 'focuscomponist' van het Holland Festival en Metamorphoses is de eerste omvangrijke pianocompositie die hij schreef sinds de Makrokosmos-cycli uit de jaren zeventig. Het stuk duurt drie kwartier, al gaat daarvan vrij veel tijd heen met het vastzetten of losmaken van pedalen en het aanbrengen van voorwerpen in het binnenwerk van de vleugel.

Elk van de tien delen is geïnspireerd op een schilderij, en dat maakt het werk tot een eigentijdse pendant van Moesorgski's Schilderijententoonstelling. Heel modern is de smaak van Crumb niet. Het overgrote deel van zijn selectie stamt uit het begin van de vorige eeuw. Het leidt tot fraaie beeldende muziek vol toespelingen op voorbeelden uit het verleden: watervlugge riedeltjes bij Klee's Goldfisch, een lustige melodietje met vreemde tegenakkoorden bij Chagalls Vioolspeler en hortende ritmes bij Kandinsky's Blaue Reiter. Tan slaakt krassende kreetjes bij Van Goghs Korenveld met kraaien en speelt (met clownsneus op) speelgoedpiano en slagwerk bij Chagalls Clowns bij nacht.

Echt vernieuwd heeft Crumb zijn pianistische vocabulaire niet, het is zelfs bedaarder en minder dissonant geworden. Dat doet niets af aan de wonderschone en sfeervolle timbrecombinaties die hij Tan met vingers, nagels, brushes en nog meer aan de piano laat ontlokken. Dat Metamorphoses, Book II maar spoedig mag volgen.


© Frits van der Waa 2017