de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 15 augustus 2017
Virtualrealityopera geslaagd pionierswerk
We cannot sleep, opera van Luke Deane, gezien op 12/8 in de Westergasfabriek, Amsterdam. Herh.: 14 en 15/8.
Soms is het maar beter je niet af te vragen wat de betekenis van een kunstwerk is en je gewoon op sleeptouw te laten nemen door de fantasie van de maker. De opera We Cannot Sleep van de Britse componist Luke Deane (26), vandaag en morgen nog te zien in het Grachtenfestival, hoort duidelijk thuis in deze categorie.
Er is een hoofdpersoon, een vrouw (mezzo Ekaterina Levental) die ronddoolt over het podium en van tijd tot tijd een uitstapje maakt naar een virtuele wereld. De toehoorders zijn voorzien van een virtualrealitybril en kunnen haar daarheen volgen. Ze belanden in een schemerig, magisch-realistisch landschap (een creatie van het bedrijf WeMakeVR) met weidse vergezichten en een verblekende sterrenhemel, waar de vrouw cryptische gebeurtenissen meemaakt. Er komt een vogel aanvliegen die in een meisje verandert. Ze dansen om elkaar heen. Langzaam rijst de zon boven de kim. De gezongen teksten zijn zelden verstaanbaar en niet ondertiteld, maar vermoedelijk al net zo poëtisch en raadselachtig als de beelden.
Dit is niet de allereerste VR-opera: vorig jaar kwam de Nederlandse Reisopera ook al een VR-voorstelling. De techniek is nog niet perfect. De virtuele realiteit is nogal pixelig en het draagcomfort van de brillen houdt ook niet over. Maar niettemin is We Cannot Sleep een geslaagd pionierswerk, dat de gimmick ontstijgt, en dat is vooral te danken aan Deanes kwaliteit als componist al tekent hij ook voor het libretto en de regie.
Zijn muziek klinkt wel heel Engels, en roept meer dan eens reminiscenties op aan die van Benjamin Britten. Hij is even goed thuis op het gebied van elektronisch geluid als op dat van de uitgeschreven noten en is niet bang om simpele akkoorden en melodieën te gebruiken, al zet hij daar vaak ook dwarsere klanken tegenover. Uit een ensemble van slechts vier strijkers en een slagwerker peurt hij een rijke variatie aan timbres en texturen. En hij is een knap harmonicus, die in zijn welluidende wendingen toch vaak weet te verrassen.
De uitvoerenden verlenen de muziek extra glans. Levental draagt de voorstelling, met haar volle zuivere stemgeluid, en het ensemble opereert met perfecte eendracht. Verrassend is het aandeel van de nog maar 16-jarige sopraan Leo Shibata (het meisje), die al een zo volwassen geluid voortbrengt dat je in de virtuele wereld goed moet luisteren om de twee zangeressen van elkaar te onderscheiden. Suggestief is het voorlaatste tafereel, waarin de vrouw een aantal luikjes in de vloer openzet, die onmiskenbaar een kerkhof verbeelden en dan vooral dat ene grafsteentje op kinderformaat. Het verhaal mag je er zelf bij verzinnen in deze kleine maar fijne voorstelling.
© Frits van der Waa 2017