de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 22 januari 2018
Verbluffende poppenspelers in Purcells Fairy Queen
The Fairy Queen, van Purcell, door het Nederlands Blazers Ensemble en Duda Paiva Company. 20/1, Stadsschouwburg, Haarlem. Tournee.
Voor een hoofdrolspeler die letterlijk zijn hoofd verliest, een zingende ezel en een buitenbaarmoederlijke baring moet je deze maand bij het Nederlands Blazers Ensemble zijn. De muzikantengroep heeft zich ditmaal ontfermd over Henry Purcells semi-opera The Fairy Queen en daartoe samengewerkt met het veelzijdige gezelschap van regisseur en poppenspeler Duda Paiva.
The Fairy Queen, oorspronkelijk uit 1692, is losjes gegroepeerd rond de materie van Shakespeares A Midsummer Night's Dream. Het blazersensemble heeft daaruit met vrije hand een familievoorstelling van een uur gedistilleerd. Ook de behandeling van de muziek, bewerkt door Willem van Merwijk, is ongedwongen. Purcell had nooit gedroomd dat zijn muziek ooit uitgevoerd zou worden met een zingende zaag en een melodica. Toch klinkt dat heel aardig, en de fanfares schallen geheel in de geest van de componist.
Het verbluffende van de voorstelling zit hem allereerst in de bijdrage van de poppenspelers. Niet alleen halen ze fantastische capriolen uit met de vaak aan hun lijf verbonden en soms meer dan manshoge poppen, maar ze voeren ook complete dansjes uit en kunnen warempel meer dan fatsoenlijk zingen. Vooral Francesca Lanza, die Titania, de feeënkoningin uit de titel, speelt, is een lust voor het oor.
Hoe geestig en oorspronkelijk de theatrale vondsten ook zijn, de timing had wat beter gekund. Vooral de malle geluidjes worden iets te ver uitgemolken. Maar dat doet niets af aan het enorme plezier waarmee alle spelers zich in het kluchtige verhaal storten en dat zich ook onverbiddelijk meester maakt van het publiek.
© Frits van der Waa 2018