de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 9 februari 2018
Fischers kracht ligt in nuance, zuiverheid en expressie
Messiaen, Monteverdi e.a., door Nora Fischer, Daniël Kool en Mike Fentross. 7/2, Concertgebouw, Amsterdam.
Een doorsneezangeres is Nora Fischer bepaald niet, zelfs geen doorsneetopzangeres. In het programma dat ze heeft samengesteld, combineert ze vier eeuwen oude muziek met hedendaags werk. En tussendoor vertelt ze ongedwongen over wat, waarom en met wie ze zingt.
Fischer heeft als een van de zes uitverkoren talenten van Rising Stars, de beste jonge solisten, al een tocht langs belangrijke Europese concertzalen achter de rug en er volgt nog een handvol concerten. Voor de in Amsterdam opgegroeide sopraan was het optreden in het Concertgebouw natuurlijk een thuiswedstrijd.
Een heel grote stem heeft Fischer niet. Soms wordt ze even overvleugeld door het pianospel van Daniël Kool, overigens een eminent begeleider. Haar kracht ligt in nuance, zuiverheid en expressie. Dat maakt ze meteen duidelijk door onbegeleid een klein stukje Purcell te zingen, gevolgd door de simpele, maar niet eenvoudige muziek van Poulencs liedcyclus La courte paille. In delen uit Poèmes pour Mi van Messiaen bereikt ze met een afwisseling van sensualiteit en ingetogenheid een grote dramatiek.
A Wine Flows Within Me, een nieuw werk van Morris Kliphuis op tekst van Lucky Fonz III, is Fischer op het lijf geschreven, met zijn vermenging van dwarse noten en popachtige puls.
Nog indringender is het deel na de pauze. Veelzijdig als Fischer is, zit de muziek van Monteverdi en zijn tijdgenoten haar als gegoten. Als Orpheus bejubelt ze de liefde en vermurwt ze de veerman van de onderwereld, in nauwe samenspraak met de al even wendbare langhalsluit van Mike Fentross.
© Frits van der Waa 2018