Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 16 maart 2018

Kolkende klankstapelingen en golvende beelden

Henze: Das Floss der Medusa. 13/3, Nationale Opera en Ballet, Amsterdam. Herh.: 18, 20, 23 en 26/3.
Ligeti en Cendo: Avventure di Anima e di Corpo. 14/3, Casco, Amsterdam. Herh.: Amsterdam (17, 18/3), Haarlem (30/3), Den Bosch (7/11).

1968 was me het jaartje wel. Los van al het wereldrumoer componeerde Hans Werner Henze een groot oratorium over een schipbreuk in 1816, die model stond voor de in 1968 nog zeer actuele klassenstrijd. Vijftig jaar later denk je bij een vlot vol mensen waarvan het merendeel voorgoed in de golven verdwijnt eerder aan de vele bootvluchtelingen van de laatste jaren.

Regisseur Romeo Castellucci laat dit in het midden, maar zijn enscenering wordt niettemin van begin tot eind gedomineerd door kolossale filmbeelden van een zwarte man die eenzaam in de oceaan worstelt met de golven. Die man is de Senegalese zwemleraar Mamadou Ndiyae, die op verzoek van de regisseur daadwerkelijk vier dagen lang het hoofd boven water heeft gehouden op de plek in zee waar ooit het fregat Medusa is vergaan (Ndiyae had het verdiend om na afloop ook even op het podium te mogen verschijnen).

Achter het halfdoorzichtige doek bevinden zich maar liefst drie koren (dat van de Nationale Opera, Cappella Amsterdam en het kinderkoor Nieuw Vocaal Amsterdam). Ze zijn nauwelijks te zien: meestal zie je alleen maar hoofden die los op en neer lijken te deinen in de geprojecteerde golven. Muzikaal hebben de koorzangers echter de hoofdrol, als de 154 schipbreukelingen die door de officieren van het schip aan hun lot overgelaten zijn. Henze heeft hen bedacht met kolkende klankstapelingen, maar ook met uitgespaarde lijnen waarvan grote ontroering uitgaat. Dergelijke grote contrasten zijn ook te beluisteren bij het Nederlands Philharmonisch Orkest, dat onder leiding van Ingo Metzmacher de alle kanten uitvloeiende muziek indringend gestalte geeft.

Met zijn desoriënterende, door elkaar lopende beelden sleept Castellucci de toeschouwers als het ware mee, het water in. Van de drie solisten is het vooral de Deense bariton Bo Skovhus die de aandacht trekt, met zijn fraaie stem en zijn rijzige gestalte die ook op allerlei manieren achter het doek langs dwarrelt. Lenneke Ruiten is als de Dood-met-televisiecamera meer een observator. De onderste noten van de partij zijn voor haar iets te laag, maar verder mag ze er zijn. En dan is er nog Charon, een indrukwekkende spreekrol van de ervaren zanger Dale Duesing.

Das Floss der Medusa was de opening van het jaarlijkse Opera Forward Festival (OFF), waarin het twee weken lang gaat over 'opera anders'.

Het contrast met de voorstelling van de avond daarop, Avventure di Anima e di Corpo, is frappant. Hier is kleinschaligheid en muzikaal millimeterwerk troef, al moet het aantal lege conservenblikjes waarmee het podium van Casco overdekt is in de tienduizenden lopen.

De kern van de voorstelling, een productie van het gezelschap Silbersee, zijn twee stukken die de Hongaarse componist György Ligeti schreef in 1962 en 1965, Aventures en Nouvelles aventures. Daaromheen heeft de Franse componist Raphaël Cendo nog vier onderdelen geplaatst. De regie is van Nina Spijkers, die hiermee haar debuut als operaregisseur maakt. Hoewel, opera? Avventure zit eerder in de hoek van het absurdistisch muziektheater. Van de door Spijkers in de toelichting gesuggereerde sinistere onderlaag valt afgezien van een minotaurusfiguur niet veel te bekennen, maar de enscenering is zowel boeiend als geestig.

Het tienkoppige ensemble, waarin de rollen van zangers en instrumentalisten flink door elkaar lopen, beweegt zich, gehuld in felliniaanse kostuums, door het blikjeslabyrint, en levert fenomenale prestaties. Verstaanbare tekst is er niet, maar de handeling sluit nauw aan op de muziek en toont elementaire gevoelens en situaties, zoals hilariteit, conflicten, woede en gevoelens van eenzaamheid.

Wel is het verschil in kaliber tussen de beide componisten duidelijk merkbaar. De scherp gemonteerde segmenten van Ligetis avonturen zijn zo fantastisch van timing en zo vindingrijk van klank, dat Cendo's vooral op timbre gerichte texturen naar verhouding amorf aandoen, hetgeen zich ook weerspiegelt in de regie. Wat niets afdoet aan de sprankeling van deze avontuurlijke voorstelling.


HET AMSTERDAMSE FESTIVAL BRENGT MUZIEK VAN BERNSTEIN TOT STOCKHAUSEN

Het Opera Forward Festival biedt twee weken lang tal van activiteiten op diverse podia in Amsterdam, waaronder lezingen, zes korte opera's van jong talent, en diverse vocale en theatrale randgebeurtenissen. De drie markantste producties zijn Trouble in Tahiti/Clemency, een double-bill van Leonard Bernstein en James MacMillan, de vroege barokopera La morte d'Orfeo van Stefano Landi, en Passages aus LICHT, een voorproefje van het grote Karlheinz Stockhausen-project dat De Nationale Opera volgend seizoen op stapel zet.


© Frits van der Waa 2018