Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 4 mei 2018

Kinderliedjes en Wagneriaanse gloed

Humperdinck: Hänsel und Gretel. Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin olv Marek Janowski. Pentatone (2 cd's).

Alleen al het doosje ziet eruit om je vingers bij af te likken. Er zijn weinig opera's waarin eten zo'n grote rol speelt als Hänsel und Gretel, het muzikale sprookje voor kinderen én volwassenen dat 125 jaar geleden zijn première beleefde. De Duitse componist Engelbert Humperdinck (niet te verwarren met de Engelse zanger die zijn naam gepikt heeft) mengde kinderliedjes en wagneriaanse orkestgloed tot een sprankelend geheel.

De cd biedt een live-registratie van de concertante uitvoering die het Berlijnse Rundfunk-Sinfonieorchester ruim een jaar geleden gaf onder zijn oud-chef Marek Janowski. De sopranen Katrin Wundsam en Alexandra Steiner vertolken de hoofdrollen met gepast kinderlijk enthousiasme, geflankeerd door vader, moeder, zandmannetje, dauwmannetje en natuurlijk de enge Knusperhexe, hier gezongen door een tenor, Christian Elsner. Hoe kneuterig en bondig het dramaatje ook is, het heeft ontegenzeglijk allure, en de live-uitvoering geeft het extra vaart en losheid.

Bartók & Baroque. Helga Váradi. Claves.

Bartóks Mikrokosmos op klavecimbel: om daarop te komen moet je klavecinist zijn en waarschijnlijk ook nog Helga Váradi heten. Van de 150 pianominiaturen heeft ze er 22 geselecteerd, waarin abstract lijnenspel en ritmiek, hoe dan ook wezenlijke elementen van Bartóks muziek, de boventoon voeren. Het instrument blijkt de muziek te passen als een handschoen – of andersom. De imiterende motieven worden transparanter, bassen worden helderder, en de kleurverschillen tussen laag en hoog veel pregnanter. Met behulp van slimme registerkeuzes brengt Váradi ook nog dynamische contrasten aan.

Maar net zo belangrijk is het Hongaarse vuur waarmee de speelster de stukken over het voetlicht brengt. Van de barokke intermezzo's sluiten de werken van Couperin en Scarlatti het best aan op Bartóks 20ste-eeuwse idioom, waarschijnlijk door hun danskarakter.

Gershwin. Kirill Gerstein en St. Louis Symphony Orchestra olv David Robertson. Myrios.

Als je bedenkt dat beide ouders van George Gershwin afkomstig waren uit Sint-Petersburg, is het eigenlijk niet vreemd dat veel Russische pianisten grote affiniteit hebben met zijn muziek – die wij intussen als door en door Amerikaans beschouwen.

Kirill Gerstein – onlangs nog in Rotterdam te horen – is zo'n pianist. Hij heeft een flink deel van zijn 38-jarige leven in de USA doorgebracht, en daarmee misschien nog betere Gershwinpapieren dan zijn landgenoten. De live-cd die hij met het St. Louis Symphony Orchestra heeft gemaakt, doorsneden met opnames uit eerdere jaren, is hoe dan ook een pakket om enthousiast van te worden. De buitelnoten van Rhapsody in Blue en het Pianoconcert zwiert hij met losse pols uit het klavier. Als solist glorieert hij in drie Etudes after Gershwin, waarin Earl Wild bekende tunes als 'I got rhythm' hult in pianistische draaikolken. En dirigent David Robertson laat horen dat Gerswhin een meesterorkestrator was, en een melodicus die met niet meer dan twee tonen al iets spannends wist te bouwen.


© Frits van der Waa 2018