de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 22 mei 2018
Een valse start en eeuwige vertroosting
Ein deutsches Requiem van Brahms door het Orkest van de Achttiende Eeuw en Cappella Amsterdam o.l.v. Daniel Reuss. 20 mei, TivoliVredenburg, Utrecht. Herhaling: Rotterdam (23), Amsterdam (24) en Tilburg (25/5). Radio 4: 24/5, 20.00.
Wat een moeizaam gekrabbel was dat in de hoorns en de strijkers aan het begin van Brahms' Ein deutsches Requiem. Letterlijk een valse start, zij het dat er geen herkansing was voor het Orkest van de Achttiende Eeuw en dirigent Daniel Reuss. En dat terwijl het er nu juist om ging dit werk van zijn hoogromantische lading te ontdoen en het fris en schoongepoetst aan den volke te presenteren.
Na die paar maten met troebele timbres werkte de aanhef van Cappella Amsterdam, aangetreden met ruim veertig zangers, als zonlicht dat door de wolken breekt. En die glans bleef, dankzij de chemie tussen koor en dirigent – niet heel verwonderlijk, omdat Reuss en Cappella kunnen bogen op een samenwerking van bijna dertig jaar, waarin het ensemble is opgerukt naar de voorste gelederen van het koorwezen in Nederland en daarbuiten.
Reuss zette Brahms grote spirituele koorwerk – zeven delen, bij elkaar zo'n vijf kwartier – neer met de voor hem kenmerkende kalmte en aandacht voor de grote curves in de muziek. Het orkest liet het gladde ijs snel achter zich en revancheerde zich met mild ploffende tokkeltonen en ruisende fluiten, al leidde Reuss' neiging om de zachtste passages sterk te temperen tot precaire momenten, die gaandeweg schaarser werden.
Sopraan Carolyn Sampson en bariton André Morsch zorgden voor fraaie rustpunten, met bijdragen die esthetisch nauw aansloten op de zuivere koorklank. De finale biedt vertroosting tot in eeuwigheid, althans tot komende vrijdag, het eind van de tournee.
© Frits van der Waa 2018
