de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 27 juni 2018
Benjamins tonen kolken en koken
Lessons in Love and Violence, van George Benjamin, door de Nationale Opera o.l.v. Benjamin en Katie Mitchell. 25/6, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam. Herh.: 27, 29/6, 1, 3 en 5/7.
Voor een opera die de trotse titel Lessons in Love and Violence voert, is in de jongste productie van de Nationale Opera erg weinig affectie of handgemeen te bespeuren. Een fijn verhaal is het niet, over een koning die door een van zijn onderdanen naar de kroon wordt gestoken, zijn homoseksuele minnaar moet prijsgeven en zijn vrouw verliest aan zijn rivaal, die ten slotte wordt uitgeschakeld door de zoon van de koning. Maar het wordt met zoveel distantie verbeeld dat er niet veel van blijft hangen.
Toegegeven: na de overweldigende voorganger, zes jaar terug gepresenteerd door hetzelfde team, componist George Benjamin, librettist Martin Crimp en regisseur Katie Mitchell, kon dit nieuwe muziekdrama alleen maar tegenvallen. Die opera, Written on Skin, is trouwens morgen semiscenisch te zien in het Muziekgebouw.
Aan de muziek die Benjamin heeft geschreven voor Love and Violence ligt het niet. Geleid door de componist zelf laat het Radio Filharmonisch Orkest de tonen kolken en koken, gloeien en branden. De met hamertjes bespeelde snaren van een cymbalom bieden extra kleur en sinistere bastonen. Op maat gemaakte vocale partijen passen de zangers als een handschoen: voorop de altijd geweldige Barbara Hannigan als koningin, op de voet gevolgd door de solide bariton-vorst Stéphane Degout, de wat wekere Gyula Orendt als minnaar, en de wel wat erg pregnante tenor Peter Hoare als de ondermijnende Mortimer. Benjamin is een meester in het uitrollen en vervlechten van soepele vocale lijnen en in het verdichten en uitrekken van de muzikale tijd. De luisteraar komt niets te kort.
Minder gelukkig is de keus van de librettist om het op een toneelstuk van Christopher Marlowe gebaseerde verhaal op te knippen in zeven momentopnamen en het gewicht te veel op de tekst te leggen. Overigens zijn het vierde tafereel, waarin de vierhoeksverhouding omklapt en het zesde, waarin de koning onmerkbaar de grens van de dood passeert, wel degelijk geslaagd.
Dat regisseur Mitchell niet opnieuw voor een middeleeuwse setting wilde kiezen is begrijpelijk. Maar de moderne, strakke vormgeving, compleet met gestileerde slowmotion, en vooral de legertjes zangloze ambtenaren, hovelingen of onderdanen die de aanwezigheid van de protagonisten voortdurend verdunnen, maken dat de kern die ongetwijfeld in dit verhaal besloten ligt op het podium niet geraakt wordt.
© Frits van der Waa 2018