de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 17 juli 2018
Orkest van het Oosten glorieert onder Spanjaard
Debussy, Ravel en Tsjaikovski, door het Orkest van het Oosten o.l.v. Ed Spanjaard. 15 juli, Concertgebouw, Amsterdam.
De juiste balans tussen passie en precisie is in muziek meer dan eens lastig te vinden. De troepen die zondag het podium van het Concertgebouw bezetten hadden daar evenwel geen last van. Samen met chefdirigent Ed Spanjaard koorddanste het Orkest van het Oosten trefzeker over de scheidslijn tussen hartstocht en hersenwerk.
Al in de muzikale miniatuurtjes van Debussy's Children's Corner liet het orkest uit Enschede allerbekoorlijkste staaltjes van kleurmenging horen. Dat was nog maar een voorproefje van de baaierd aan tinten die het gezelschap vervolgens, samen met pianist Severin von Eckardstein, uitstortte in Ravels Pianoconcert in G. De solist leverde pure acrobatiek en soepel samenspel met dirigent en orkest, die tussen de directe plaagstoten en pianistische parelkettinkjes van tijd tot tijd het doek opentrokken voor klanken met een ruimtelijke illusie, als wazige vergezichten. Subliem was de beheerste baldadigheid in het slotdeel.
Tsjaikovski's Zesde Symfonie, de 'Pathétique' kreeg een heel overtuigende vertolking, met grote aandacht voor de lange lijn. Maar ook hier zat het ware genoegen in de details. De verschillende instrumentengroepen glorieerden in zinderende maar homogene harmonieën, voorop de bijzonder transparante groep bassen, maar later ook het koperkoor. Wat heeft de oude rot Spanjaard, die nog geen jaar voor het orkest staat, het al zeer fatsoenlijke niveau geweldig opgekrikt. Spijtig dat het over een jaar alweer moet gaan fuseren met het Gelders Orkest. Ook een goed orkest, daar niet van, maar als je twee verschillende gerechten door elkaar roert wordt het resultaat niet per definitie lekkerder.
© Frits van der Waa 2018
