de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 27 juli 2018
Een ware odyssee
Belcea Kwartet en Piotr Anderszewski: Sjostakovitsj. Alpha.
De grote Sjostakovitsj-rage die aan het eind van de vorige eeuw opstak is intussen enigszins uitgewoed, wat wel prettig is omdat de wereld van deze componist, overschaduwd door de artistieke kluisters van het Sovjetregime, niet een oord is waarin je dagelijks wilt vertoeven.
Het Belcea Kwartet en Piotr Anderszewski frissen het geheugen weer even op met het Pianokwintet en het Derde strijkkwartet bepaald niet de slechtste stukken uit Sjostakovitsj' oeuvre, al maakt het wat stereotiepe begin van het kwintet met zijn donkere stapeling van trage lijnen een wat routineuze indruk. Maar dan laat Sjostakovitsj de zwaarmoedigheid plots verdampen in een lieflijk dansmuziekje. Het zijn natuurlijk allemaal maskers waarachter wat anders schuilgaat. De musici hebben een fijn oor voor deze paradoxen.
In het strijkkwartet is de verbittering en de nervositeit rauwer en onverbloemder. In nog geen 35 minuten voeren de vier strijkers je mee op een ware odyssee, die langs snijdende ostinati en een sterk vervuild majeurthema leidt naar een slot dat troost en diepe mistroostigheid in zich verenigt.
Monteverdi: Lettera Amorosa, door Mariana Flores en Cappella Mediterranea. Ricercar.
De veelzijdige verzameling die sopraan Mariana Flores en het ensemble Cappella Mediterranea hebben bijeengebracht onder de titel Lettera Amoroso had ook heel goed Monteverdi: Greatest Hits kunnen heten. Op zo'n aanpak is, zeker in het geval van Monteverdi, niets tegen, en natuurlijk ook niet als de uitvoering ook nog eens om door een ringetje te halen is. Flores is een zangeres die raad weet met de vele verschillende sentimenten en temperamenten van Monteverdi's solomadrigalen. Verstilling en inkeer (de liefdesbrief van de titel) liggen haar even goed als woede en teleurstelling (aria van Ottavia uit de opera L'incoronazione di Poppea).
Aardig is dat ze niet de enige zanger op de cd is. Er is een romanesca voor twee sopranen en Lamento della Ninfa wordt van commentaar voorzien door drie mannenstemmen, die ook nog een eigen terzet bijdragen. De muzikanten, aangevoerd door echtgenoot Leonardo García Alarcón, musiceren eveneens op topniveau. Het tekstboekje is wel een beetje rommelig: een onderdeel ontbreekt en er staat een brok Duits tussen de Engelse vertalingen.
Robert Woodcock: concertos, door Ensemble Odyssee. Panclassics.
Robert Woodcock, die maar 37 jaar geworden is, was eigenlijk een schilder van zeegezichten, maar daarnaast een getalenteerd musicus en componist. Het Ensemble Odyssee, een in Amsterdam gevestigd gezelschap met een internationale samenstelling, geeft Woodcocks in 1727 gepubliceerde concerten (drie voor blokfluit, drie voor hobo) een sprankeling en charme die een fraai tegenwicht bieden aan de eigenlijk iets te grote beknoptheid van de samenstellende deeltjes. Werken van Dieupart en Sammartini, in diezelfde tijd te gast in Engeland, fungeren als mooie omlijsting.
© Frits van der Waa 2018