de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 19 oktober 2018
Widmanns doos van Pandora
Jörg Widmann: Arche. Philharmonisches Staatsorchester Hamburg o.l.v. Nagano. ECM.
In januari 2017 opende in Hamburg het prachtige en peperdure muziekcentrum de Elbphilharmonie zijn deuren. Een van de werken die in de eerste week werden uitgevoerd was het grote oratorium Arche, dat speciaal hiervoor was geschreven door de meest gevierde van de (nog net) jonge generatie Duitse componisten, de 45-jarige Jörg Widmann. Dirigent Kent Nagano leidde een monsterverbond van het Philharmonisches Staatsorchester Hamburg, solisten en drie koren, in totaal driehonderd man.
En er werd een opname gemaakt, die natuurlijk maar ten dele recht kan doen aan een dermate groots gebeuren, maar in zeven kwartier tijd toch wel duidelijk maakt wat Widmann in zijn mars heeft. Dat is veel. In het vijfdelige Arche (dat ark betekent maar ook 'koffer' en 'begin') behandelt hij het scheppingsverhaal, de zondvloed en de liefde en sluit af met een Dies Irae en een Dona nobis pacem.
Het is ontegenzeggelijk knap, maar tegelijkertijd is het een complete doos van Pandora, waarin pastiche en parodie, kunst en kitsch, stijlimitaties en schokeffecten elkaar gedurig afwisselen. Het air van diepzinnigheid lijkt een dekmantel voor ultieme oppervlakkigheid, en de mooie momenten die het werk zeker bevat, gaan gebukt onder de voorspelbaarheid waarmee de componist ze uit de rails laat lopen. Dat de tekst niet in het boekje is opgenomen is een hinderlijke omissie. Wat een werk, wat een inspanning en dat alles voor een muziekstuk waarin alles zo over de top is dat het bepaald niet noodt tot herbeluisteren.
Quatuor Van Kuijk: Schubert. Alpha.
Zestien was Schubert toen hij zijn strijkkwartet no. 10 schreef, een kostelijk stuk waaruit misschien nog niet een heel eigen persoonlijkheid spreekt, maar wel een verpletterende muzikaliteit. Nu is het werk bij het Parijse Quatuor Van Kuijk, dat voor een kwartet ook heel jong is, zes jaar nog maar, ook wel in voortreffelijke handen.
De vier strijkers staven dit met hun uitvoering van Schuberts een-na-laatste kwartet, dat met de befaamde variaties op zijn lied 'Der Tod und das Mädchen'. Hun intonatie is van een bijna pijnlijke zuiverheid, de eendracht verslapt geen moment. En ze durven de muziek vaak heel klein te houden, wat ruimte biedt voor grootse resultaten.
Arcangelo o.l.v. Cohen: Charpentier: Ténèbres. Hyperion.
De Donkere Metten zijn de dagen voor Pasen, waarin volgens de liturgie de Klaagliederen worden gelezen. In het Frans heten ze Leçons des ténèbres. Marc-Antoine Charpentier, de 17de-eeuwse componist die bekend is geworden door de 'Eurovisie-Mars', heeft zich uitvoerig met dit genre beziggehouden. Het Britse barokensemble Arcangelo, dat in slechts acht jaar tijd een discografie van titels heeft opgebouwd, heeft drie van deze composities gecombineerd met enkele andere werken van zijn hand. Eminente zangers en ruisende strijkers doen deze veelal bezonken muziek alle eer aan. De sobere tweede leçon, begeleid door niet meer dan een solo-gamba en continuo, is de mooiste.
© Frits van der Waa 2018