de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 29 oktober 2018
Lof van de Heer, met wapengekletter
Schütz, Tunder, Buxtehude, Biber, Schmelzer en Erlebach door Gli Angeli Genève o.l.v. Stephan MacLeod. 26 oktober, Penninckshuis, Deventer.
Verscholen in een hoekje aan de Deventer Brink staat het Penninckshuis uit 1583, een van de vele bijzondere locaties waarover de Organisatie Oude Muziek elk jaar weer haar al even bijzondere concerten uitstrooit. Daar brachten Gli Angeli Genève vrijdag een programma met 17de-eeuwse composities van meesters als Schütz, Buxtehude en Tunder. Het zijn componisten die vaak worden betiteld als voorlopers van Bach, maar die benaming doet ze te weinig eer aan.
Gli Angeli trad aan met een bezetting van zeven musici en twee baszangers, onder wie artistiek leider Stephan MacLeod. Dat is een veelzijdig man, die twee maanden terug met een groep vocalisten onder dezelfde naam nog een wonderbaarlijk mooi Josquinconcert gaf in de Utrechtse Dom.
De strelende, wendbare samenklanken die opstijgen uit de barokviolen zijn al even betoverend. In een aantal van deze werken uit deze vroege barok hoor je nog de polyfonie uit de renaissance doorklinken, maar in de zang heeft de flexibiliteit van woord en taal het primaat. Naast MacLeods vaste, glanzende bastimbre doet het geluid van Benoît Arnould wat huiselijker aan, maar het mooist wordt het natuurlijk als ze samen, echoënd en imiterend, of in innige paarzang de lof van de Heer bezingen. Want daar ging het vaak om in die tijd. Het belette Heinrich Biber niet om in Nisi Dominus de fiorituren van beide bassen te omlijsten met een soloviool die zijn noten alle kanten uit sproeit, terwijl Johann Rosenmüller de musici in Congregati sunt laat uitbarsten in vervaarlijk wapengekletter.
© Frits van der Waa 2018