de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 18 januari 2019
Porgy is een volbloed-opera
Porgy and Bess, opera van Gershwin, door De Nationale Opera o.l.v. James Robinson en James Gaffigan. 16/1, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam. Herh. t/m 31/1.
Naturalisme, dat zien we niet vaak meer in de opera. Maar bij Porgy and Bess, de enige opera van George Gershwin, is er eigenlijk geen ontkomen aan. Niet alleen heeft de componist voorgeschreven dat de personages in de opera alleen door zwarte mensen gezongen mogen worden, maar ook het verhaal zelf heeft zo'n duidelijke couleur locale dat het weinig zin heeft om er een vervreemdende of actualiserende benadering op los te laten. Daar komt bij dat de opera vooral door die clausule van Gershwin zelden wordt opgevoerd.
Dat is jammer. Want zoals nu bij De Nationale Opera te zien is althans voor de gelukkigen die een kaartje hebben weten te bemachtigen is Porgy een volbloed-opera, met alles erop en eraan. Weliswaar klinkt de volledig doorgecomponeerde muziek meer naar musical dan we van opera gewend zijn, maar dat is geen enkel bezwaar en alleen maar meer reden om te betreuren dat Gershwin maar een paar jaar ouder is geworden dan Mozart.
Het verhaal gaat over de kreupele Porgy, die zich ontfermt over de wankelmoedige Bess, die in de problemen zit omdat haar vriend Crown iemand vermoord heeft. Uiteindelijk raakt Porgy haar toch kwijt, door toedoen van de dealer Sportin' Life. Het speelt zich grotendeels af bij een woonkazerne in een vissersplaatsje, die hier de gestalte heeft van een fraai opengewerkt bouwwerk dat in zijn geheel kan ronddraaien.
In dat decor, het meest gestileerde onderdeel van de voorstelling, krioelt het aanvankelijk van de mensen, die bovendien een drukte van belang maken. Dat is meteen het voornaamste minpunt van deze enscenering: de vocale kracht van het speciaal hiervoor samengestelde koor, plus het vele gejoel, gejuich, gemor en gejammer dat, hoe naturalistisch ook, vast niet in de partituur staat, maken dat het orkestaandeel nogal eens slecht te horen is. En dat terwijl dirigent James Gaffigan en het Nederlands Philharmonisch Orkest de fascinerende klankmengsels en toonstapelingen van Gershwin wel degelijk het volle pond en grote spankracht geven.
De mooiste momenten zijn dan ook die waarin de bezigheid even wegvalt en er ruimte is voor intimiteit. Naast de overbekende songs als Summertime staan ook geweldige duetten en terzetten. De vele solozangers beelden de kleurrijke karakters overtuigend uit. Frederick Ballentine is vilein als Sportin' Life, invaller Nmon Ford sinister als de macho Crown. Adina Aaron maakt de tweestrijd van Bess tussen het goede en het slechte pad invoelbaar. Maar de hoogste lof verdient bas-bariton Eric Owens, niet alleen voor zijn majestueuze en genuanceerde vocale prestaties, maar vooral voor de menselijkheid en waardigheid waarmee hij Porgy gestalte geeft. Als je het op die manier benadert is realisme allesbehalve plat of gratuit.
© Frits van der Waa 2019