Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 15 maart 2019

Een klank van vergeefsheid

Dirk Luijmes: Harmonium Atlas. Quintone 4 (cd's)

Het harmonium staat, net als de mondharmonica en het accordeon, waar het in technisch opzicht familie van is, niet in hoog aanzien. Ten onrechte, zo bewijst Dirk Luijmes met zijn imposante Harmonium Atlas, een doos met vier cd's waarop hij in circa tachtig composities de glorietijd van het traporgel doet herleven.

Die periode liep van ongeveer 1850, toen het instrument werd uitgevonden, tot pakweg 1935, toen het langzaamaan werd verdrongen door het hammondorgel. Luijmes heeft voor zijn Atlas acht verschillende harmoniums gebruikt, van een simpel 'psalmenpompje' tot het instrument dat blijkbaar, en terecht, zijn lieveling is: een drukwindharmonium uit 1878 van de Parijse bouwer Victor Mustel, een ware kleurdoos die bovendien een groot bereik aan dynamische nuances toelaat.

Het woord 'Atlas' in de titel staat er niet voor niets: er gaat hier een complete en onvermoede wereld open voor de luisteraar, want de tocht voert systematisch langs de diverse landen en contreien in Europa, plus de VS. Elke cd besluit met een blokje muziek uit Frankrijk, dat de bakermat is van het harmoniumwezen. Ook de lage landen komen ruim aan bod, zij het dat het daarbij vooral over België gaat, met als curieuze bonus een compositie van de schilder James Ensor.

Het zijn niet de geringsten die zich met het harmonium hebben bemoeid: we treffen onder anderen Janáček, Berlioz, Bruckner, Franck en Sibelius. Maar ook onder het werk van de minder bekende componisten schuilen ware harmoniumparels, waaronder een Invocation van de Belg Jacques-Nicolas Lemmens en een intrigerend werk van de Brit Percy Graigner, waarin constant een c wordt aangehouden (naar verluidt omdat die toets was blijven hangen op zijn instrument).

De natuurlijke klank van het harmonium met zijn schijnbaar attaqueloze tonen is er een van vergeefsheid, en veel van deze muziek is dan ook meditatief en melancholiek. Maar er zijn briljante uitzonderingen, zoals een quasi-symfonische Totentanz van Sigfrid Karg-Elert, of de zonder meer humoristische Marsch der Äthiopier, waarmee de Amerikaan Arthur Bird de grenzen van het instrument aftast.

Luijmes volvoert deze odyssee met smaak, elegantie en grote behendigheid. Uit alles blijkt zijn meesterschap over dit unieke instrument, niet in de laatste plaats uit zijn praktisch geruisloze voetenwerk.

Blondel: Of arms and a woman. First Hand Records.

Muziek in de Middeleeuwen en Renaissance was bijna altijd vocaal, maar daarmee werd niet strikt omgesprongen, dus bekommert het Britse blazersgezelschap Blondel zich er ook niet om. En wat spelen ze zuiver op hun schalmeien, trombones en blokfluiten. Op hun tweede album, Of arms and a woman, brengen ze belangrijke en minder belangrijke componisten uit het snijvlak van de 14de en de 15de eeuw bijeen, in een verrukkelijke afwisseling. Tegenover de lieflijke, maar ritmisch ongelooflijk complexe muziek van Johannes Ciconia staat hier het krijgshaftige A cheval, tout homme, a cheval. Ook de groten uit die tijd, Machaut, Dufay en Josquin, ontbreken niet. Spannend zijn de drie verschillende versies van L'homme armé, met steeds minder letters in de titel en meer noten in de muziek.


© Frits van der Waa 2019