de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 1 april 2019
Raskatovs In Excelsis verdient plaats in het repertoire
Raskatov en Tsjaikovski, door het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Otto Tausk. 30/3, Concertgebouw, Amsterdam.
De naam van Alexander Raskatov doet waarschijnlijk alleen belletjes rinkelen bij degenen die destijds zijn opera A dog's heart hebben bijgewoond. Maar knoop die naam in je oren, en leg er meteen een knoop bij voor zijn vioolconcert In excelsis, dat zaterdag zijn Nederlandse première beleefde in het Amsterdamse Concertgebouw. Dit ruim tien jaar geleden gecomponeerde werk verdient een plek in het vaste concertrepertoire.
Raskatov, een 66-jarige Rus van joodse komaf die al een kwart eeuw in het Westen woont, heeft zich met dit werk een ambitieus doel gesteld: omdat de eerste uitvoering werd gegeven op een Amati-viool uit 1608 moest het vierhonderd jaar vioolmuziek omspannen, en tegelijk moest het een zinnebeeld worden van de geschiedenis van het joodse volk. Zo draagt het vierde van de vijf delen de titel Yellow stars, een duidelijke verwijzing naar de Shoah.
Dat verhaal haal je er zonder toelichting niet vanzelf uit. Het doet er niet toe: ook als abstracte muziek is het vioolconcert grandioos en ongemeen boeiend. Dat was natuurlijk ook de verdienste van de fenomenale violiste Maria Milstein, wier biografie veel gemeen heeft met die van de componist. Ze gaf de veeleisende, maar nergens zinloos virtuoze solopartij met glans gestalte, in nauwluisterende samenspraak met dirigent Otto Tausk en het Radio Filharmonisch Orkest. Raskatovs behandeling van het orkest is weergaloos: wringende en wonderschone timbres houden elkaar in balans, en hij haalt er de meest verbazende klanken uit, zonder dat de viool erdoor overstemd wordt.
De behartigenswaardige, maar niet helemaal haarscherpe uitvoering van Tsjaikovski's Zesde symfonie stak hiernaast af als een lange toegift met een hoog zwijmelgehalte.
© Frits van der Waa 2019