de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 19 april 2019
Soberder dan Schütz' Johannes Passion kan het bijna niet
Schütz: Johannes Passion e.a. door Cappella Mariana. 17 april, Muziekgebouw, Amsterdam.
Bachs grote paasmonumenten kwamen natuurlijk niet uit de lucht vallen. De grote reus van de barokmuziek stond zelf op de schouders van vele illustere voorgangers, van wie de exact een eeuw eerder geboren Heinrich Schütz een van de belangrijkste was.
Het is tegenwoordig een trend om Bachs passies met een kleine bezetting uit te voeren. Schütz deed het met nog minder, want helemaal zonder instrumenten. Voor zijn Johannes Passion trad het Praagse vocaal ensemble Cappella Mariana woensdag in het Amsterdamse Muziekgebouw aan met een koor van acht stemmen, plus bariton Martin Schicketanz in de rol van Evangelist.
Soberder kan het bijna niet. Op een openings- en een slotkoor na maakt Schütz slechts gebruik van de bijbeltekst. De Evangelist zingt totaal onbegeleid, reciterend, met hier en daar een of twee noten extra op een lettergreep. Ook Jesus, Petrus en Pilatus, gezongen door naar voren tredende koorzangers, zingen volstrekt solistisch. Maar de turbae, de koren van hogepriesters en joden, zijn vierstemmig en in die karige context extra luisterrijk, temeer daar de Pragers een fantastisch strakke en toch gloedvolle koorklank in huis hebben. En bij grootmeester Schütz heeft zelfs de geringste melodische wending expressieve betekenis, wat vooral in de passage over de kruisdood sterk voelbaar wordt.
Omdat de passie niet meer dan drie kwartier in beslag neemt, heeft Cappella Mariana een aantal intermezzo's toegevoegd, in de vorm van vierstemmige motetten uit Cantiones Sacrae. En in het openingswerk, een weelderige dubbelkorige psalmzetting, laten de zangers horen dat Schütz ook glorieus kon uitpakken.
© Frits van der Waa 2019