de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 6 mei 2019
Compromisloos en monolithisch
Deus... in nobis sine nobis operatur, van Cornelis de Bondt, uitgevoerd door spelers van het Koninklijk Conservatorium. 3/5, Orgelpark, Amsterdam.
Zes jaar lang is het stil geweest rond componist Cornelis de Bondt. In 2013 trok hij al zijn werk terug, uit protest tegen de kunstbezuinigingen en de daarmee gepaard gaande vermarkting en betutteling van de cultuur, die vooral de nieuwe muziek zwaar hebben getroffen.
Hoewel de daad werd gekenmerkt als 'artistieke zelfmoord', heeft De Bondt niet stilgezeten. Vrijdag keerde hij terug in het Orgelpark in Amsterdam niet voor niets een ongesubsidieerd podium met Deus...in nobis sine nobis operatur, een werk waarvoor hij alle in de zaal beschikbare middelen inzet: de vier grote orgels, twee vleugels en vijf wat kleinere toetsinstrumenten. Het is een voorschot op een monsterconcert waarmee hij volgend jaar afscheid neemt als docent aan het Haagse conservatorium, dat tevens de uitvoerenden leverde voor dit optreden.
De Bondt heeft zich vanaf de jaren tachtig doen kennen als een compromisloos componist, en hij is geen duimbreed geweken. Integendeel: Deus... is op zijn zachtst gezegd overweldigend. Uit de grote orgels loeit een immens spervuur van akkoordstapelingen aan. In de laagte beuken basnoten stapsgewijze lijnen, als afkomstig uit een gigantisch spijkerpistool, reminiscerend aan Bachs koraalbewerking Vater unser, die De Bondt tot inspiratie heeft gediend. Af en toe maar nooit lang is er ruimte voor zachtere krachten, in de vorm van mildere harmonie, een enkele aangehouden bastoon en een intrigerend, als sintels ronddwarrelend orgelgeknisper.
Ondanks het monolithische karakter van het 49 minuten durende werk is er binnen het onveranderlijke voortdurend sprake van verandering, en van een ontegenzeggelijke, visionaire urgentie: zo moet het, en niet anders.
© Frits van der Waa 2019