de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 17 juni 2019
Massataferelen in vestzak-Verdi
Aida aan Zee, strandopera naar Verdi, o.l.v. David Prins en Rick Schoonbeek. 13 juni, Zuiderstrand, Den Haag.
Ook in Egypte, waar de opera Aida zich afspeelt, kan het 's avonds flink koud zijn, zo houden we ons maar voor. Des te meer bewondering verdienen de elf musici die, met niet meer beschutting dan wat plastic windzeil, Verdi's noten glans en nuance geven. Om nog maar te zwijgen van de solisten en koorzangers die voortploeteren door het zand van het Zuiderstrand.
Aida aan Zee, een vestzakversie van Verdi's meesterwerk, is de openingsvoorstelling van het Festival Classique, dat zich tot eind deze week afspeelt in Den Haag. Onovertroffen zijn het panoramisch decor en de talrijke, over een blikveld van honderdtachtig graden gespreide massataferelen waaraan maar liefst driehonderd zangers deelnemen. Opvallend ook hoe behendig en kleurrijk Marijn van Prooijen de orkestmuziek heeft vertaald naar een klein ensemble al mag bij de befaamde triomfmars de Theaterfanfare Kunst voor het Volk een stevige duit in het zakje doen. Vaandels en met loof bestoken stokken zorgen voor gepaste entourage.
Behalve de vijf dansers die twee intermezzo's op Verdi-verdunnende elektronische muziek verzorgen, is iedereen voorzien van redelijk windwerende kostuums. Marcel Reijans als veldheer Radames krijgt een zonnebril en een leren jas als ereteken, maar moet die weer uittrekken als hij staatsgeheimen verklapt aan zijn geliefde, slavin Aida (Martina Prins). Samen met Frank Dolphin Wong als Aida's vader Amonasro zijn dit de troefzangers van de voorstelling. De schoonheid, warmte en intimiteit komt grotendeels voor rekening van de kordate, maar toch kwetsbare Prins. De scène waarin de twee zich uitstrekken op het zand om te sterven wordt toepasselijk beschenen door de laatste tanende zonnestralen.
© Frits van der Waa 2019