de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 26 augustus 2019
Stormachtige ovaties voor 'verborgen' jong talent
Glanert, Mendelssohn en Tsjaikovski. Concertgebouworkest Young o.l.v. Pablo Heras-Casado. 23/8, Concertgebouw, Amsterdam.
Het allereerste optreden van het Concertgebouworkest Young laat zich in één woord samenvatten: ongelooflijk.
Het moet al een monsterklus geweest zijn om uit meer dan 27 Europese landen de getalenteerdste muzikanten van tussen de 14 en 17 jaar bijeen te zoeken. Want dat is de opdracht die het Concertgebouworkest zichzelf heeft gesteld: het verborgen talent van dit continent een kans geven. Jaarlijks.
In die opdracht is het meer dan geslaagd. Stormachtige ovaties waren het deel van de 73 jonge musici, die zich in een muzikaal zomerkamp middels een intensief les- en repetitieprogramma van twee weken hebben voorbereid op dit ene concert.
De eerste opdracht: een muziekstuk dat nog niemand heeft gehoord, de opdrachtcompositie Idyllium van de Duitser Detlev Glanert. Vanuit het bijna-niets groeit de muziek uit tot een pulserend gewemel met steeds alarmerender crescendo's, om dan via een walsachtige beweging uit te monden in een vrij clichématig slot. Leerzaam, maar niet voor de eeuwigheid.
In Mendelssohns Vioolconcert, met Julian Rachlin als solist, werd al veel duidelijker hoe hecht en afgewogen het samenspel van het gezelschap is, ook met dank aan dirigent Pablo Heras-Casado. Rachlin moest er even in komen, maar glorieerde in het derde deel, en bovenal in zijn toegift, de 'Ballade'-sonate van Eugène Ysaÿe.
De zwaarste toetssteen was natuurlijk Tsjaikovski's Vijfde Symfonie, met zijn vele ritmische problemen en contrasten. In de luidste en kwetsbaarste uiteinden van het spectrum was merkbaar dat de orkestklank van het tienerensemble nog niet helemaal optimaal was, maar in alle andere opzichten leverde het een fascinerende prestatie.
© Frits van der Waa 2019