de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 4 oktober 2019
Vijf klavieren voor Melnikov
Bach, Mozart, Mendelssohn Chopin, Skrjabin en Schnittke. Door Alexander Melnikov.
30/9, TivoliVredenburg, Utrecht.
Dat musici zich bij voorkeur bedienen van instrumenten die passen bij de periode van de muziek is al jaren normaal. Maar een concert waarbij voor vrijwel elk stuk een ander toetseninstrument klaarstaat, mag je gerust een unicum noemen. De man die maandag op het podium van TivoliVredenburg een rondje maakte langs een klavecimbel, pianofortes van Walter en Graf en een vleugel van Érard om uit te komen bij een Steinway, was Alexander Melnikov, 46 jaar, meesterpianist en muzikaal omnivoor mits met het juiste bestek.
Melnikov had bovendien zijn programma zo gekozen dat elk muziekstuk steeds uit het genre van de 'fantasie' de karakteristieken van het betreffende instrument optimaal hoorbaar maakte. De Chromatische fantasie en fuga van Bach verleent met zijn registerwisselingen, grote toonstapelingen en akkoordbrekingen de van nature beperkte klank van het klavecimbel toch gradaties van hard en zacht. En de delicate, maar uiterst aanslaggevoelige klank van de Walter-piano is ideaal voor de 'gevoelvolle' muziek van Bachzoon Carl Philipp Emanuel en de verfijnde dramatiek van Mozart. Melnikov is daarbij een muzikant van het type dat niet de pianist laat schitteren, maar juist de muziek.
Dat in de 19de eeuw werd gestreefd naar een robuuster geluid met meer versmelting was goed te horen in Mendelssohns wervelende Fantasia opus 28, terwijl voor het vuurwerk van Chopin de al meer naar de moderne vleugel neigende, maar naar verhouding kleurrijke en transparante Érard ideaal is. Daverende stukken van Skrjabin en Schnittke op de Steinway maakten ten slotte duidelijk hoe het klavier in twee eeuwen is geëvolueerd van kamermuziek- naar podiuminstrument.
© Frits van der Waa 2019