de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 22 november 2019
Zwierige en warmbloedige Sweelinck
Richard Egarr: Sweelinck. Linn.
In de ogen van de Britse klavecinist Richard Egarr, al dertig jaar gevestigd in Nederland, is Jan Pieterszoon Sweelinck een componist van warmbloedige, kleurrijke muziek, en dat steekt hij op het aan zijn idool gewijde album niet onder stoelen of banken. Met joyeus spel presenteert hij hier zijn eigen favorieten uit Sweelincks oeuvre. Dat dit automatisch leidt tot een soort The best of is in het geheel geen probleem.
De Fantasia Crommatica en de variaties over Mein junges Leben hat ein End ontbreken niet, maar ze zijn ingebed in een fraai en gevarieerd programma dat opent met een wervelende toccata en twee magistrale fantasia's als hoekstenen heeft. De muziek van Neerlands grootste componist mag vierhonderd jaar oud zijn, er zit volop leven in, zeker bij deze speler.
Behalve door de zwierige, maar nergens losbandige benadering van Egarr krijgt de muziek nog extra charme door de ruisende, rijke klank van zijn Ruckers-kopie en de altijd pikante harmonische spanning die voortkomt uit de gebruikte middentoonstemming.
Conrad Tao: American Rage. Warner.
Hij was een wonderkind, maar is op zijn 25ste in alle opzichten een volwassen pianist. Conrad Tao, geboortig uit Chinees-Amerikaanse ouders, heeft met American Rage een album gemaakt dat ook een politiek statement is. Centraal staan twee werken van Frederic Rzewski, die gebaseerd zijn op oude Amerikaanse arbeidsliederen. Tao legt in zijn toelichting een verband met de diverse mijnstakingen in Harlan County.
Winnsboro Cotton Mill Blues is bij uitstek een verklanking van de woede die Tao tot titel van zijn cd heeft verheven. Uit machinaal gehamer duiken jazz- en blueselementen op, die vervolgens uit hun voegen barsten en waarbij de pianist zichzelf in factoren ontleedt. Which Side Are You on? is daarentegen een caleidoscopisch en uitgesproken pianistisch stuk in de traditie van de grote variatiewerken.
Tegenover het wat eenzijdige Compassion van Julia Wolfe staat de pianosonate van Aaron Copland, een fascinerend, uitgebeend stuk uit 1941, dat je hier ten onrechte zelden of nooit hoort.
Daan Manneke: Grote Archipel. Zefir.
In het kielzog van Daan Mannekes 80ste verjaardag is zijn pianocyclus Grote archipel op cd verschenen. Het is een live-opname waaraan alle zes uitnemende pianisten deelnamen voor wie Manneke de verschillende delen van het werk schreef. Ze verdienen het zonder meer hier genoemd te worden: Ralph van Raat, Geoffrey Madge, Kelvin Grout, Hannes Minnaar, Jelena Bazova en Daniël Kramer.
De Zeeuw Manneke heeft het idee van de archipel, een eilandengroep, wel vaker gebruikt. De zes delen zijn verschillend, maar delen ook eigenschappen, om te beginnen een manifeste fascinatie voor de pianoklank. Het is overwegend bespiegelende muziek, met klokachtig beierende akkoorden en tinkelende, vaak eenstemmige melodische draden, soms afgewisseld met bokkig gebonk in het lage register. Door het associatieve karakter doet ze vaak improvisatorisch aan, maar toch is ook de ordenende hand van de maker duidelijk hoorbaar.
© Frits van der Waa 2019