de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 25 november 2019
Perfecte eenheid in Buchbinders Beethoven
Beethoven: pianoconcerten, door de Sächsische Staatskapelle Dresden o.l.v. Rudolf Buchbinder. 22/11, Muziekgebouw Eindhoven.
16 december 2020 is de tweehonderdvijftigste geboortedag van Ludwig van Beethoven, en reken maar dat dat niet onopgemerkt zal blijven. Vorige week al begon het Narratio Kwartet in Amsterdam aan een complete serie met strijkkwartetten, die zich over een vol jaar zal uitstrekken. En afgelopen weekeind streek de Sächsische Staatskapelle Dresden neer in Eindhoven om daar alle vijf pianoconcerten ten gehore te brengen. Vergeleken bij dit orkest, dat al bijna vijfhonderd jaar bestaat, is Beethoven overigens nog maar een groentje.
Op de eerste van de twee avonden werd het Eerste pianoconcert geflankeerd door het Vijfde, wat een boeiende confrontatie opleverde tussen de zich ontwikkelende en de gerijpte Beethoven, al is het Eerste pianoconcert feitelijk later gecomponeerd dan het Tweede.
Solist Rudolf Buchbinder leidde het orkest van achter het klavier. De 72-jarige Oostenrijker oogt als een gentleman en speelt ook zo: helder, discreet en elegant, maar niet van kracht ontbloot. Zijn voordracht sluit perfect aan bij het slanke geluid van het in bescheiden bezetting spelende ensemble. Opvallend is de subtiele klank van hoorns, pauken en pizzicati.
Waar het Eerste concert nog duidelijk wortelt in de klassieke traditie, wijst het Vijfde vooruit de naar de romantiek: de speelstijl is virtuozer en de behandeling van de vorm is vrijer. Tegelijk is kenmerkend voor Beethoven de omgang met het materiaal gedisciplineerder.
Buchbinder en de Dresdeners vormden een perfecte eenheid, zowel in de dromerige langzame delen als in de druistige slotdelen, en in de Eindhovense zaal kwam de balans tussen solist en orkest optimaal tot zijn recht.
© Frits van der Waa 2019