Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

Verschenen in brochure Asko/Schönberg Ensemble, 2004/05

De platenkast van David Dramm

'Op mijn zeventiende had ik wel 2500 lp's,' vertelt componist David Dramm. 'Alles van Miles Davis en Sonny Rollins, de complete Tweede Weense School, opera's en ga maar door. Maar ik heb het allemaal verkocht om mijn eerste vliegkaartje naar Europa te kopen. Het gekke is dat ik op mijn veertiende al gedroomd heb dat ik mijn platen moest verkopen om verder te komen in de muziek. Dat is dus uitgekomen. Dat was mijn enige nuttige droom.'

Dramms platenkast is die complete aderlating nooit meer te boven gekomen. Zijn cd-collectie is ondergebracht in een aantal op elkaar gezette open kasten, in verticale stapels. Het gezin Dramm is niet lang geleden verhuisd, en van plankjes inzetten is het nog niet gekomen. In een kast die met de opening naar de muur staat liggen nog eens een stuk of honderdvijftig cd's schots en scheef op elkaar. De 'Frankenstein-verzameling' noemt Dramm dat: het zijn veelal verzamel-cd's die niet te alfabetiseren zijn. De rest, toch nog zo'n 500 in getal, staat wel netjes in het gelid. Op het eerste gezicht is het een ongeregeld allegaartje, maar als we erover doorpraten blijken veel ervan toch te maken te hebben met Dramms eigen muziek.

'Nee, aan het aanschaffen van cd's van die oude platen ben ik nooit toegekomen,' zegt hij. 'Ze waren voor mij niet echt vervangbaar. Het is alsof je een mooie Rembrandt aan de muur had hangen, en die dan inruilt voor een reproductie. Er zijn wel een paar uitzonderingen waar ik toch niet buiten kon. Hier is bijvoorbeeld een doos van het LaSalle Quartet, met alle kwartetten uit de Tweede Weense School. Vroeger ging het me vooral om Berg, nu om Schönberg, vanwege zijn gevoel voor tekst en strijkkwartetten.'

De klassieken zijn ondervertegenwoordigd in Dramms verzameling. Oude muziek is vrijwel afwezig. Mozart, Beethoven en Bartók zijn sporadisch vertegenwoordigd. wel is er een Portret van Bernard Haitink, en ook Ramses Shaffy ontbreekt niet. Dramm wijst op een aantal cd's met oude opnamen van Szigeti, Kreisler en Caruso. 'Daar ben ik nu mee bezig, want ik ben een stuk aan het maken voor Tomoko Mukaiyama en Monica Germino. Het pianogeluid op die oude opnames komt dikwijls in de buurt van een prepared piano, en dit stuk moet gaan klinken als een historische opname.'

Pop is ten opzichte van de jazz duidelijk in de minderheid. Geen Beatles, geen Zappa, maar wel een grote box met de Pet Sound Sessions van de Beach Boys. 'Een prachtige doos,' beschrijft Dramm, 'met niet alleen de oorspronkelijke plaat, maar ook allerlei materiaal uit de opnamesessies, met andere instrumentaties, zonder en met zang. Ik gebruik die ook als lesmateriaal voor studenten die voor versterkte ensembles willen schrijven. Je kunt daarmee laten horen dat je in zo'n geval de instrumenten niet als akoestische instrumenten moet behandelen, maar aan de mengtafel de klank opnieuw moet uitvinden.'

Tussen de vele curiositeiten prijkt toch nog een complete collectie, het oeuvre van fiddler Bob Wills. 'Dat was muziek die opbloeide in de jaren '30,' licht Dramm toe. ' Een wonderlijk mengsel van elektrische blues, bebop en allerlei soorten folk music met Ierse en Schotse invloeden. Heel ruig en heel bijzonder, want hij wist zich steeds te omringen door de meest vooruitstrevende musici van zijn tijd.'

Op de vraag welke cd nu veel voor hem heeft betekend, trekt Dramm zonder enige aarzeling een doosje uit de kast. 'Philip Glass: Songs from Liquid Days. Misschien vind je dat raar, maar wat mij vooral ïnspireerde was de combinatie van teksten die duidelijk uit de experimentele rock-hoek komen, in combinatie met formeel heel klassieke muziek. Dat heeft me er onder andere toe gebracht mijn eigen stem in mijn composities te gaan gebruiken.'

Dramm verklaart zijn omnivore belangstelling uit zijn jeugd: 'Ik ben opgegroeid in een deel van Amerika dat in cultureel opzicht nogal geïsoleerd was, dus ik heb alles vanuit de bibliotheek en de platenwinkel moeten verkennen. Als je hier in Amsterdam opgroeit, kun je met de hele klas naar het Concertgebouw. Dat is heel bijzonder, maar het kweekt ook bepaalde vooroordelen: bepaalde muziek hoort niet bij andere muziek. In de platenwinkel zag ik dat niet. Die scheiding werd me pas veel later duidelijk – en toen was het al te laat.'


© Frits van der Waa 2008