Gepubliceerd in Gaudeamus-bijlage VPRO-gids, september 2011
Zestig jaar ontluikend talent
In 1945 opgericht als eenvoudig muziekfeest, groeide de Gaudeamus Muziekweek uit tot een festival met internationale reputatie. Een korte geschiedenis.
'Vandaag op bezoek geweest bij meneer Maas in Bilthoven,' schreef de componist Jaap Geraedts in 1947 in zijn dagboek. 'Rare man in een raar huis dat Gaudeamus heet. Vroeger woonde hier Julius Röntgen. Meneer Maas, die eigenlijk pensionhouder is, wil hier een muziekfeest organiseren ter ere van jonge componisten.'
Walter Maas was een gedrevene, op het excentrieke af inderdaad. Als ondergedoken Duitse Jood had hij in Nederland de oorlog overleefd en wilde als dank daarvoor iets 'terug doen'. Hij koos voor de muziek, op grond van het verleden van zijn villa, ooit gebouwd door componist Julius Röntgen. Dat was het begin van de Gaudeamus Muziekweken, die al snel uitgroeiden tot een festival met een internationale reputatie. De organisatie, vanaf 1945 actief en in 1950 officieel opgericht als de Stichting Gaudeamus ('laten we blij zijn'), ontplooide nog vele andere initiatieven op het gebied van nieuwe muziek. Daaronder ook het Gaudeamus vertolkersconcours, dat nog steeds elke twee jaar gehouden wordt.
Maas was een kei op het gebied van internationale contacten, waardoor de stichting decennialang, samen met muziekuitgeverij Donemus, de belangrijkste speler in het veld van de eigentijdse Nederlandse muziekcultuur was. Tot in de jaren tachtig, toen het kantoor naar Amsterdam werd verplaatst, was de villa in Bilthoven het zenuwcentrum van al die activiteiten.
Ondankbaar
De formule van de Muziekweek is in wezen steeds dezelfde gebleven. Jonge componisten van over de hele wereld sturen hun partituren in, een jury (van oudere componisten) maakt daaruit een selectie, en die werken worden uitgevoerd, aangevuld met een randprogrammering die in de loop der jaren op diverse manieren werd ingevuld. Vanaf 1957 werden er tijdens de Muziekweek een of meer compositieprijzen toegekend. Het aantal inzendingen liep in topjaren op tot bijna 400. Het spreekt vanzelf dat die concerten, waarbij veelal ook orkesten betrokken waren, steeds vaker buiten Bilthoven plaatsvonden.
'De taak die de stichting zich stelt is ondankbaar,' schreef bestuurslid Ton de Leeuw al in 1960. 'Zij zoekt van de moderne muziek het meest moeilijke, het meest onzekere aspect: het ontluikende creatieve talent.' Daarbij hoort ook dat sommige bekroonde componisten eendagsvliegen bleken, terwijl andere deelnemers die buiten de prijzen vielen, Louis Andriessen en Richard Rijnvos bijvoorbeeld, later juist internationale faam verwierven. Ook grote componisten hebben ooit een eerste opstapje nodig, en dat biedt Gaudeamus.
Zelfstandig
In 1983 vond Gaudeamus onderdak in Amsterdam, nabij Muziekcentrum De IJsbreker. Toen dat in 2005 overging in het Muziekgebouw aan 't IJ, verhuisde Gaudeamus vanzelfsprekend mee. Onder druk van de overheid ging de organisatie drie jaar later later op in Muziek Centrum Nederland, waar ze met haar internationale oriëntatie en diversiteit aan projecten weldra niet in het juiste hokje bleek te passen.
Als gevolg daarvan is de Gaudeamus Muziekweek met ingang van 2011 een zelfstandige organisatie geworden, die nieuw onderdak heeft gevonden in de stad Utrecht, die in 2018 culturele hoofdstad van Europa wil worden. Henk Heuvelmans, de derde Gaudeamusdirecteur na de in 1992 overleden Water Maas, ziet de nabije toekomst dan ook met vertrouwen tegemoet: 'Toen Gaudeamus vijftig jaar bestond verscheen er een boek met de titel Eeuwige jeugd. Zo voelt
het op dit moment nog steeds.'
© Frits van der Waa 2011