de Volkskrant van 27 oktober 1984, Kunst, recensie
Moskous ensemble ongeëvenaard in strijkkwartetten Sjostakowitsj
Concert: Strijkkwartetten van Dmitri Sjostakowitsj. Uitvoerenden: Sjostakowitsj Kwartet (Moskou):
Andrej Shislov, Sergej Pisjugin, Alexander Galkovski, Alexander Kortsjagin. Plaats: Concertgebouw,
Amsterdam. Eerstvolgende concerten op 30 okt. en 4 nov.
Er zijn niet veel strijkkwartetten die het lef hebben alle vijftien kwartetten van Sjostakowitsj op het
repertoire te nemen. Ik ken er drie: het Russische Beethoven Kwartet. dat tijdens Sjostakowitsj' leven
nauw met hem samenwerkte, het Engelse Fitzwilliam Kwartet en het Sjostakowitsj Kwartet.
Laatstgenoemd ensemble geeft in een door de VARA georganiseerde Sjostakowitsj-serie een integrale
uitvoering van de strijkkwartetten, aangevuld met het pianokwintet, verdeeld over vijf concerten in de
Amsterdamse Kleine Zaal. Weer een opmerkelijk staaltje van onorthodoxe VARA-programmering, naast de
serie met twintigste eeuwse pianomuziek, die vanmiddag in het kader van de VARA-matinee begint. Georges
Pludermacher opent deze reeks met muziek van Boucourechliev en Debussy. In de loop van het seizoen
volgen optredens van Claude Helffer, Theo Bruins, Herbert Henck en Charles Rosen.
Het luisteren naar Sjostakowitsj' strijkkwartetten is hoe dan ook een belevenis, maar de
interpretatie van het Sjostakowitsj Kwartet is voor mij ongeëvenaard. Naast de warmbloedige visie
op de eerste drie kwartetten die het ensemble donderdag ten beste gaf maakt de uitstekende plaatopname
van het Fitzwilliam Kwartet opeens een wat flegmatische indruk; en waar het Beethoven Kwartet een wat
schrille klank liet registreren, produceert het Sjostakowitsj Kwartet een robuuste, ronde toon.
Homogeen
Het ensemble werd in 1967 geformeerd aan het conservatorium van Moskou. Het musiceert soepel en
efficiënt, volkomen homogeen en met ragfijne dynamische schakeringen. Opvallend is de uiterste
economie aan beweging van Andrej Shislov, de gezette primarius; een aangenaam contrast met de
drukdoenerige, zwaar snuivende aanvoerders van zoveel andere kwartetgezelschappen.
De strijkkwartetten van Sjostakowitsj vormen een twintigste-eeuwse pendant van Beethovens
strijkkwartetten. Niet alleen zijn het er ongeveer evenveel, ook qua compositorische opzet en
emotionele lading zijn er frappante overeenkomsten. Er zitten bij Sjostakowitsj' kwartetten geen
zwakkere stukken, zoals bij zijn symfonieën wel het geval is.
In zijn kamermuziek kon de componist zijn muzikale ideeën de vrije loop laten, zonder dat hij
van hogerhand op de vingers werd gekeken. De kwartetten horen tot Sjostakowitsj' "rijpere" werk: hij
schreef het eerste van de reeks in 1938, toen hij 32 jaar oud was en al vijf symfonieën op zijn
naam had. Toch is dit kwartet nog tamelijk traditioneel van vorm en samenklank, evenals het daarop
volgende. Met dit Tweede Kwartet werd het concert geopend. Een weinig zinvolle volgorde: na de diepgang
van dit breed uitgecomponeerde werk maakte het Eerste, nog geen kwartier lang, een bijna luchthartige
en onbekommerde indruk.·
Sarcasme
In het Derde Kwartet overheersen pathos en snijdend sarcasme, een sfeer van wanhoop en verbittering
die in veel latere kwartetten terugkeert. De samenklank is wrang, soms bijna verstikt, en als een
lichtvoetig danswijsje opduikt werkt dat vooral ironisch.
Het stuk ligt op de grens van het technisch haalbare. De leden van het kwartet vertoonden alle
uiterlijke tekenen van vermoeidheid, maar gaven een vlekkeloze uitvoering.
Het Sjostakowitsj Kwartet zet de serie voort op 30 oktober, 4 november, en 16 en 23 januari,
hopelijk met wat meer publieke belangstelling. De VARA zendt de opnamen uit op vijf maandagavonden
in april.
© Frits van der Waa 2006