de Volkskrant van 14 juni 1985, Kunst, reportage
Twaalf trips door de Egyptische onderwereld
Wat je ver haalt is lekker. De Japanners beginnen zo onderhand een flinke Beethoven-traditie op te
bouwen, het Holland Festival laat Eskimo's en Indianen overkomen uit Canada, en de Canadezen laten zich
op hun beurt inspireren door de religie van het oude Egypte. Componist Murray Schafer brengt zonnegod
Ra opnieuw tot leven in het Leidse Museum voor Oudheden, vanaf 17 juni twaalf nachten lang. Frits van
der Waa was bij de repetitie.
De processie trekt nogal wat bekijks. Tientallen Leidenaars blijven verbaasd staan als de stoet
passeert, vier dragers met een sarcofaag voorop, begeleid door fluitspel en gongslagen. En dan loopt
er ook nog iemand met een draagbare cassetterecorder te zeulen, waaruit oriëntaals klinkende
jammerklanken opstijgen. Het ademt de sfeer van de Hare Krishna-optochten door de Amsterdamse
Kalverstraat, maar de weinig ceremoniële kledij van de deelnemers doet vermoeden dat het hier
toch om iets anders gaat. Ten dele is dat waar.
Het is maar een repetitie.
Toch dient het ritueel RA, dat zich twaalf nachten lang van zonsondergang tot
zonsopgang zal afspelen in de Leidse binnenstad, serieus te worden genomen, althans volgens de
makers.
"Wie RA actief heeft bijgewoond is een ander mens geworden, met een meerwaarde die niemand
hem of haar ooit meer kan afnemen", meldt het Holland Festival-programma. Want de 75 mensen die per
voorstelling worden toegelaten is geenszins de rol van passieve toeschouwers toegedacht. Ze nemen
zelf deel aan de ceremonie, in de rol van wijdelingen, geïnstrueerd door een hiërophant
(een hogepriester), en drie assistenten of hiërodulen.
Ook nu is het al moeilijk toeschouwer te blijven: "Als je wilt kijken, moet je maar meedoen ook",
zegt een Canadees in de stoet en daar staat de kleumende verslaggever dan al gauw in een kring te
klappen, te deinen en zingend de goden Shu, Geb, en Tefnut aan te roepen.
Het gras is nat en er staat een straf briesje.
Wie aan RA wil deelnemen mag zich er wel op kleden, want een deel van het ritueel zal zich
in de open lucht afspelen. Te beginnen in de Leidse Burcht, het restant van een middeleeuws kasteel.
In de loop van de nacht moet het gezelschap zich verplaatsen door de nabijgelegen Hooglandse Kerk en
de galerie De Burcht. Deze kleine galerie is voor de gelegenheid ontruimd. Her en der staan mummies
in slordig gelid. Uit hopen zand steken omwikkelde ledematen. De tocht moet om half zes 's ochtends
eindigen in het Rijksmuseum voor Oudheden, waar de nodige attributen voor een Egyptisch ritueel
uiteraard al ruimschoots voorhanden zijn.
Meedoen aan RA houdt meer in dan community-singing. De deelnemers worden gewassen,
geparfumeerd, omhelsd, krijgen een Egyptische maaltijd, worden geacht een uur te slapen in gezelschap
van 75 mummies, en krijgen elk een van de 75 geheime namen van Ra. Ze verjagen monsters met gezang en
maken geblinddoekt een boottocht. Wie dit alles te veel wordt, krijgt tweeëneenhalf uur na
aanvang de gelegenheid af te haken; daarna is het doorbijten tot de volgende ochtend (in het programma
zijn wel een paar sanitaire stops opgenomen).
Vergeleken met RA is de quasi-religieuze kokosnotengooierij die Stockhausen in het vorige
Holland Festival op touw zette een cabaretnummertje.
RA is ontsproten aan het brein van de leidende Canadese componist R. Murray Schafer (52). De
componist noemt het werk "een hiërophany, een religieus drama". Het rituele kunstwerk bespeelt
alle zintuigen. Wie last heeft van allergie wordt verzocht contact op te nemen met de organisatie.
In het vorige Hollana Festival werd Schafer met wisselende gevoelens ontvangen. De oorzaak daarvan
was dat hij zich bedient van uiteenlopende muzikale idiomen en ook in overige opzichten een
veelzijdigheid ontplooit die dikwijls het puur muzikale te boven gaat. Hij betrekt theatrale elementen
in zijn muziek, schrijft partituren die soms haast grafische kunstwerken zijn. Hij schreef boeken
over muzikale vorming en studies over Ezra Pound en E.T.A. Hoffmann. Voor zijn vocale stukken gebruikt
hij nu eens dode talen, dan weer gegevens uit Oosterse culturen. Veel van zijn muziek is erop gericht
een soundscape, een klank-omgeving, neer te zetten, waardoor de toehoorder zich bewust wordt
van de ruimte en de bijbehorende geluiden om hem heen. Deze interesse is zelfs uitgemond in het World
Soundscape Project, waarmee onder andere de akoestische vervuiling van tien grote steden werd
aangetoond.
Schafer is dan ook een milieuvriendelijk componist, die zijn toehoorders niet opscheept met
onprettige cerebrale klanken. Hij is van mening dat de kunst te ver van het gewone leven verwijderd
is geraakt en wil terug naar tijden van vroeger, "toen de kunst nog verweven was met het leven van
alledag". Vandaar ook de keuze van dit onderwerp: de nachtelijke reis van de Egyptische zonnegod
Ra door de onderwereld, en zijn dagelijkse wedergeboorte. De symboliek van de cyclus laat zich
vertalen naar allerlei aspecten van het bestaan: de wisseling der seizoenen, geboorte, dood, en
reïncarnatie voor wie daar in gelooft. Schafer: "We proberen de wijdelingen te betrekken
in een cyclus van ervaringen, die dit kosmische thema een persoonlijke realiteit moet verlenen."
Een omvangrijke staf van dansers, musici, ontwerpers, Canadese reukwerkdeskundigen en egyptologen
heeft Schafer in zijn arbeid terzijde gestaan. In Nederland zijn naast de 75 deelnemers
nog eens evenveel mensen actief bij de voorstelling betrokken. RA is weliswaar geen
reconstructie, maar Schafer heeft getracht zich zo goed mogelijk te documenteren. Een deel van de
tekst is in het oud-Egyptisch. De muziek is geïnspireerd op de Koptische kerkmuziek uit
Ethiopië, waarvan men aanneemt dat ze afstamt van de Egyptische muziek uit dé tijd van de
farao's. Behalve Oosterse instrumenten, zoals de qanun (citer), de ud (luit) en de
darabukkah (trom) gebruikt Schafer echter ook elektronisch geluid en andere eigentijdse klanken,
die gedeeltelijk op band staan.
De hernieuwde zegetocht van de Zonnegod en zijn helpers begon in 1983, na twee jaar van
voorbereiding, in het Canadese Ontario Science Centre. Aan de twaalf Nederlandse voorstellingen zijn
nog eens twee jaar voorafgegaan, waarin vooral gezocht is naar een geschikte plek. Vergeleken
bij de 150 dollar entree die het Canadese publiek moest neertellen is de Nederlandse voorstelling
goedkoop: 111 gulden. Het programma is wat ingekort (de nacht is hier ook korter) en de volgorde van
de onderdelen is aangepast aan de nieuwe omstandigheden. Regisseur Thom Sokoloski is heel gelukkig
met de ruïne van de Leidse Burcht: "Afdalen is een wezenlijk onderdeel van de voorstelling, en
dit is een van de weinige plaatsen in Nederland waar je werkelijk een hoogteverschil hebt. Het is
ook prettig dat het niet zo geïsoleerd ligt. Nu zal het, behalve een ritueel karakter, ook
een element van straattheater hebben."
Toch is het grootste deel van de ceremonie niet van buitenaf te volgen. Dat privilege is
voorbehouden aan een select gezelschap van critici. Die maatregel is genomen omdat recensenten
bij de eerste Canadese uitvoeringen in 1983 roet in het eten gooiden. "Soms bestond de helft van
het publiek uit critici", zegt Sokoloski, "en die mensen praatten steeds, want ze kenden elkaar
allemaal. De distantie die een criticus nu eenmaal moet hebben is niet te verenigen met de
betrokkenheid die wij van het publiek vragen. De kritieken waren destijds ook niet erg lovend,
maar het publiek was heel enthousiast. Uitvallers waren er niet."
De tien Canadese voorstellingen bleken vooral belangstelling te genieten van mensen uit
uiteenlopende sectarische stromingen: boeddhisten, Rozenkruisers, en antroposofen. Schafer:
"Er kwam zelfs een heks met een groot mes. Dat hebben we haar toch maar af laten geven. Ze bleef
wel tijdens de hele voorstelling haar eigen magische tekens maken. Voor mensen met een belangstelling
voor het mystieke is buiten de christelijke liturgie geen eigen kunstvorm meer in de westerse cultuur."
Als het aan Schafer en Sokoloski ligt zal Egypte het volgende reisdoel zijn. Maar daar is nog
niets over beslist.
m.m.v. Erik Beenker
© Frits van der Waa 2006