de Volkskrant van 19 juni 1989, Kunst, recensie
Bach en de vrouw met de twee hoofden
Holland Festival: Orkest van de XVIIIe Eeuw en het Schönberg Ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw en
Frans Brüggen - Bach, Hindemith en Stravinsky. Concertgebouw, Amsterdam.
Het was een van de weinige werkelijk sprankelende ideeën in het Holland Festival 1989. Reinbert de
Leeuw met zijn Schönberg Ensemble en Frans Brüggen met zijn Orkest van de Achttiende Eeuw,
samen op het podium van het Concertgebouw.
De combinatie lijkt gekker dan ze is.
Daar is enige uitleg voor nodig. je hebt nieuwe muziek en oude muziek. Dat klinkt als het intrappen van
een open deur. Maar in de afgelopen tien jaar zijn het twee tamelijk duidelijk afgebakende begrippen
geworden. Oude muziek houdt ongeveer op bij Mozart, nieuwe muziek begint zo'n beetje na Debussy. Er
tussen in ligt iets anders, muziek die "nieuw" noch "oud" is, maar "klassiek".
Het boeiende is dat de oude en de nieuwe muziek in menig opzicht meer met elkaar gemeen hebben dan
met "klassieke" muziek. Dat heeft te maken met de structuur van het muziekleven, dat nog altijd
gedragen wordt door de klassieke pijlers van het orkestenbestel en de kamermuziekserie. Maar het heeft
vooral te maken met de mentaliteit van musici, met hun nieuwsgierigheid, hun esthetische keuzes en hun
streven naar Wat Waar Is.
Wat dat betreft zijn de leden van het Schönberg Ensemble en het Orkest van de Achttiende Eeuw
gelijkgestemde zielen. Het was te horen, afgelopen vrijdag, en zelfs te zien op de buis, zij het op het
kijkdunne derde kanaal. Als om de scheidslijn tussen oud en nieuw uit te vagen vulden niet alleen de
musici van de twee ensembles waar nodig elkaars gelederen aan, maar dirigeerden Brüggen en De
Leeuw bovendien elkanders repertoire.
De spil waar alles om draaide was de muziek van Johann Sebastian Bach. Niet zomaar Bach, dat zou te
eenvoudig zijn, maar Bach in bewerking of als vertrekpunt. Zo kwamen Bach, Hindemith, Stravinsky en
in de toegift Mendelssohn op één lijn te staan.
Het concert opende met Brüggens reconstructie van een blokfluitconcert dat mogelijk aan de
basis van het klavecimbelconcert BWV 1053 heeft gelegen. Brüggen floot vanzelfsprekend eigenhandig
de solopartij en kwam, na slechts de eerste twee maten gedirigeerd te hebben, met zijn orkest tot een
vlekkeloze en stijlvolle uitvoering.
Bachs Ricercare a 6 uit Ein musikalisches Opfer klonk twee maal onder leiding van De
Leeuw, eerst in de orkestbewerking van Anton Webern, met zijn fascinerende kleuren en omgevormde
expressie, vervolgens in een "authentieke" bewerking voor strijkorkest van Wim ten Have, altviolist in
het Orkest van de Achttiende Eeuw.
Als intermezzo fungeerde het blokfluittrio Eclipse, waarin blokfluitist Kees Boeke het
principe van de eeuwig stijgende canon uit Das musikalisches Opfer tot zijn uiterste
consequentie heeft gevoerd, slechts beperkt door de omvang van de instrumenten. Zo doemt de canon op
uit geïsoleerde lage noten, om uiteindelijk in de hoogte tot niets te verbrokkelen. Met dat
bijna-niets legden de drie blokfluitisten (Brüggen, Boeke en Walter van Hauwe, ooit actief onder
de naam Sour Cream) hun tweeduizend luisteraars niettemin een ademloze stilte op.
Stravinsky's Bach-achtige Dumbarton Oaks beleefde onder Brüggen een opmerkelijke
uitvoering: ongeëvenaard zuiver, transparant en ontdaan van alle restjes romantische traditie die
zelfs in de meest gezaghebbende interpretaties zijn blijven kleven en tegelijkertijd met een
opvallend gebrek aan vaart en vitaliteit. Stravinsky is niet werkelijk Brüggens stiel.
De keus voor Hindemiths Kammermusik VI uit 1927, met zijn solopartij voor de archaïsche
viola d'amore, bleek even inventief als desastreus. Solist Jacques Holtman bespeelde een
niet-authentiek en daarom voor 1927 authentiek instrument, maar dat maakte niets uit, zo
gruwelijk vals was het. Ik weet niet voor wie Hindemith zo veel lastige dubbelgrepen heeft
voorgeschreven, maar het was blijkbaar iemand die zich jaren studie op de weerbarstige "liefdesviool"
getroost moet hebben.
Toch mag in de cultuurexpositie van het Holland Festival het kermis-element niet ontbreken. En dit
was de best denkbare attractie: de vrouw met twee hoofden. Helaas, het is onmogelijk om zo iemand
onverdeeld lief te hebben.
© Frits van der Waa 2006