de Volkskrant van 5 maart 1990, Kunst, recensie
Titanische uitvoering van Die Gezeichneten van Schreker
Bodemloos stuk van geniaal beest
Die Gezeichneten, opera van Franz Schreker, door het Radio Filharmonisch Orkest, Groot Omroepkoor en
solisten o.l.v. Edo de Waart. Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: vanavond, 19.00 uur.
Sorry, maar dit moet even. Geparfumeerd, dreigend, plechtig, grotesk, decadent, zinnelijk,
hedonistisch, bodemloos, vulgair, hitsig, grillig, naakt, schemerig, angstaanjagend, sarcastisch,
extatisch, gesmoord. En dat is nog maar een greep uit de adjectieven die ik tijdens de concertante
uitvoering van Die Gezeichneten heb genoteerd.
Die Gezeichneten, geschreven door Franz Schreker in de jaren 1913/15, is een opera, die
meesleept, bedwelmt, overstelpt, ... daar ga ik weer. Van de Düsseldorfse produktie die ik
anderhalf jaar geleden in Brussel bijwoonde was ik niet zo kapot (de enscenering, gesitueerd in het
Mussolini-tijdperk in plaats van in de Renaissance, zal daar niet vreemd aan geweest zijn), maar deze
hernieuwde indrukken laten geen ruimte voor twijfel: Schreker was een beest, een gepiaal opera-beest.
Alleen bij Wagner, wiens harmonische ambiguïteiten bij Schreker hun sublimatie vinden, zijn
componist en librettist nog overtuigender in een persoon verenigd. Het is weliswaar weinig opbeurend
dat Schrekers wereld bevolkt wordt door personages die uit hun voegen barsten van zelfhaat, doodsdrift
en wellust maar daar gaat het niet om.
Of juist wel. Want dat de nazi's, ook wanneer Schreker geen jood was geweest, zijn werk als
"ontaard" bestempeld zouden hebben is onloochenbaar. Die rampspoed is Schreker, die in 1934 stierf,
bijna 56 jaar oud, niet bespaard. Zijn destijds niet geringe faam raakte samen met zijn oeuvre, waarvan
een negental opera's het hoofdbestanddeel vormt, in het vergeetboek, tot een herwaardering eind jaren
zeventig.
Het heeft er even naar uitgezien dat de Nederlandse Opera zich aan Die Gezeichneten zou wagen,
maar dat plan is samen met intendant Jan van Vlijmen gesneuveld. En zo was het zaterdag de allereerste
keer dat er in Nederland een opera van Schreker werd uitgevoerd. Het zoveelste belangrijke initiatief
van VARA-Matinee-samensteller Jan Zekveld, die langzamerhand in aanmerking begint te komen voor een
cultuurprijs.
Of zullen we die aan Edo de Waart geven? Alleen al zijn uithoudingsvermogen bij het bedwingen van de
zich voortdurend tussen uitersten van verfijning en geweld bewegende orkestweefsels mag titanisch
genoemd worden. Wie vanavond om zeven uur de radio aanzet kan vast een voorschot op de geplande cd van
deze uitvoering nemen. Het wordt afwachten hoe het klinkt, want in de zaal werden alle zangers
met uitzondering van mezzo Marilyn Schmiege van tijd tot tijd bedolven onder de super-sensitief
geïnstrumenteerde uitstulpingen waarmee Schreker oplaaiende passies orkestrale kracht bijzet.
En wat voor passies. De centrale figuur in Die Gezeichneten is de gebochelde edelman Alviano
Salvago, wiens "vrienden" zijn lustoord Elysium tot een bolwerk van maagdenroof, orgieën en
verkrachting hebben gemaakt. Zijn tegenspelers zijn de met een hartkwaal behepte schilderes Carlotta,
die een kortstondige liefde voor hem opvat of veinst en de aantrekkelijke, door zingenot
geobsedeerde graaf Tamare. Carlotta geeft zich aan Tamare, die vervolgens door Alviano gedood wordt,
maar tot waanzin vervalt wanneer zijn aanblik bij de verzwakte Carlotta achtereenvolgens afschuw, een
kreet om Tamare en de dood tot gevolg heeft.
Maar de intrige is te gecompliceerd om in kort bestek weer te geven. Vooral in de derde akte
verdicht het netwerk zich tot een bijna filmische afwisseling van korte scènes. Daartegenover
staan de lange dialogen in het tweede bedrijf, die aan wijdlopigheid grenzen.
William Cochran (Alviano) en Sigmund Cowan (Tamare), die deze rollen ook in de Düsseldorfse
versie vertolkten, kwamen opnieuw sterk voor de dag. Marilyn Schmiege (Carlotta) zong veel mooier, maar
minder hartstochtelijk dan wat ik me van haar Duitse collega herinner. Van de maar liefst zestien
overige solistische partijen werden de belangrijkste vertolkt door Charles van Tassel (illuster en
genuanceerd) en Wout Oosterkamp (sterk en helder).
De toehoorder die vond dat de strijkers van het Radio Filharmonisch Orkest in furieuze figuurtjes
niet altijd op een lijn zaten en aan het eind van de bedrijven niet meer zo goed op toon waren, is een
zeurpiet en moet de eerste alinea van dit verslag nog maar eens lezen.
In de plannen van de VARA voor het komende seizoen het dertigste speelt De Waart met zijn
Radio Filharmonisch opnieuw een belangrijke rol: met uitvoeringen van Wagners Walküre en
Siegfried voltooit hij zijn in 1988 begonnen Ring-cyclus-in-concertvorm, en dirigeert hij
Prokofjevs vijf uur durende opera Oorlog en Vrede. In de subserie met concertante opera's gaan
daarnaast Tsjaikofski's Pique Dame, Ponchielli's La Gioconda, en Donizetti's Lucrezia
Borgia. Met een Messiaen-reeks, een serie met symfonieën van Sjostakovitsj, en tien nieuwe, in
opdracht geschreven composities, en veel meer belooft het een VARA-Matinee in
overtreffende trap te worden.
© Frits van der Waa 2006