de Volkskrant van 23 maart 1991, Kunst, recensie
Twijfel bij jury of alle prijzen moesten worden toegekend
Matige aflevering van derde Schevenings cello concours
SCHEVENINGEN - De opbrengst van het Scheveningen Internationaal Muziek Concours, dat woensdag en
donderdag met twee finale-concerten is afgesloten, is wat minder fonkelend dan in voorgaande jaren. De
winnende cellist, Jens Peter Maintz (23) uit Duitsland, mag dan het nodige in zijn mars hebben, maar of
de overige vier finalisten zich ooit zullen kunnen opwerken tot grote prestaties is twijfelachtig.
Ook de jury, een achttal gevierde cellisten, heeft er moeite mee gehad. Voorzitter Manus Willemsen
zinspeelde in zijn uitslag-toespraakje ditmaal onverbloemd op onenigheid en discussies, met name over
de vraag of alle vier hoofdprijzen (bedragen van vijfentwintig-, vijftien-, tien- en vijfduizend gulden)
wel toegekend moesten worden. Maar dat pijnlijke besluit is vermeden.
Bij het concours is de violoncello een thema dat elke twee jaar terugkeert, telkens afgewisseld met
een ander instrument. Dit was de vijfde jaargang, en dus het derde cello-concours. De tweede en vierde
aflevering waren respectievelijk gewijd aan de dwarsfluit en de viool.
Cello-concoursen zijn er niet veel in de wereld. Dat maakt Scheveningen aantrekkelijk voor
aspirant-cellosterren. En daardoor ook was de kwaliteit bij de vorige twee cello-wedstrijden opvallend
hoog. Dit keer lagen de kaarten anders. Misschien is er een licht slijtage-effect in het spel, maar het
niveau is waarschijnlijk meer gedrukt door het grote aantal afzeggingen. Van de 85 kandidaten zijn er
39 niet op komen dagen. Meer dan de Golfoorlog heeft daarbij beduchtheid voor het negentien-koppige
contingent Russische cellisten een rol gespeeld, zei concoursmanager Anton de Beer in zijn inleiding.
"Maar men heeft zich enorm vergist. De Russen zijn niet allemaal grote genieëën Integendeel."
De praktijk heeft het uitgewezen. Van de veertien Russen die zich daadwerkelijk in het Circustheater
meldden zijn er vijf doorgedrongen tot de halve finale, en slechts één tot de finale. Dat
was de 22-jarige Dmitri Tsirin, die spelend op een geleende cello, omdat zijn instrument van inferieure
kwaliteit bleek als tweede eindigde.
Achter Tsirin bezette de Duitser Hanno Simons (22) de derde plaats, de Zwitser Wen-Sinn Yang (25)
eindigde als vierde, en ook hekkesluiter Paul Watkins (21) mocht nog een prijs van vijfduizend gulden
naar Engeland meenemen, omdat hij het verplichte concoursstuk, Obsession van Leo Samama zo goed
gespeeld had.
Dat winnaar Jens Peter Maintz zijn vier mededingers overvleugelde was overduidelijk. In zijn
vertolking van Tsjaikovski's Rococo-variaties getuigde Maintz van de wil het uiterste uit de
noten te halen. De rangschikking van Maintz' concurrenten had even goed anders kunnen uitvallen. Vier
verdienstelijke jonge spelers, maar geen van hen wist werkelijk te overtuigen. Tsirin, de nummer twee,
had eveneens de Rococo-variaties toebedeeld gekregen. Zijn interpretatie verschilde evenwel
radicaal van die van Maintz: innig, lyrisch en technisch zeer verzorgd. Ook te omschrijven maar
dat is een kwestie van smaak als sloom en onderdanig.
Simons en Watkins hadden aan Schumanns ingekeerde, doorwrochte Celloconcert op.129 een stevige
dobber. Watkins sneuvelde op technische zwakte, die geleidelijk meer afbreuk deed aan zijn plezierige
voordracht. Simons had beter, net als Tsirin, ergens een ander instrument kunnen lenen. Pas na lang
turen kon ik vaststellen dat hij heus zonder demper speelde. Vierde prijswinnaar Yang, tenslotte, gaf
een vingervlugge lezing van Haydns Celloconcert, maar zijn tempobehandeling was op het
onaangename af onrustig.
Behalve zijn geldprijzen beeft Maintz een serie engagementen aangeboden gekregen, die hem het
komende jaar door Europa zullen voeren. Het besloten Galaconcert, waarin hij vanavond optreedt, wordt
op 3 april uitgezonden door de TROS-tv.
© Frits van der Waa 2006