de Volkskrant van 2 april 1991, Kunst, recensie
Hoofdprijs Vioolconcours Oskar Back voor Saskia Viersen
Nieuwe oogst Davina van Wely
Nationaal Vioolconcours Oskar Back finalisten: Saskia Viersen, Berent Korfker, Armand Gouder de
Beauregard) met het Nationaal Jeugd Orkest o.l.v. Roberto Benzi. Concertgebouw, Amsterdam.
Tussen de vele concoursen, festivals en wedstrijden die het Nederlands muziekleven heden ten dage
teisteren is het Nationaal Vioolconcours Oskar Back nog altijd een der sympathiekste. Het oogmerk
(verheffing van jong Neäerlands viooltalent) is zuiver ideëel.
Het is niet opgezet als publiekstrekker (een element dat bijvoorbeeld bij het twee weken geleden
afgesloten Scheveningse Celloconcours wel meespeelt). En de ietwat overspannen aandacht die de
tweejaarlijkse wedstrijd bij vorige afleveringen genoot is weer teruggebracht tot normale proporties.
Geen ordes cameralieden meer in de Grote Zaal van het Concertgebouw, maar wel een gretig en opvallend
jong publiek. Zo te zien hadden veel spelers van het NationaalJeugd Orkest hun ouders, broertjes en
zusjes meegebracht.
Hoewel we gemoedelijke sfeer de drie finalisten het gevoel bezorgd moet hebben dat ze een
thuiswedstrijd speelden, ontpopte de slotronde zich zaterdagavond toch tot een nek-aan-nek-race.
Saskia Viersen (21), Berent Korfker (21) en Armand Gouder de Beauregard (19) na lang overleg
door de jury in deze vol orde gerangschikt zijn volstrekt aan elkaar gewaagd. Zelfs hun
interpretaties ontliepen elkaar niet buitensporig. Dat is niet zeer verwonderlijk, aangezien ze alle
drie uit dezelfde "school" afkomstig zijn. Vioolpedagoge Davina van Wely heeft sinds jaren minstens
één leerling in de finale, maar kan dit jaar extra tevreden zijn. Korfker en De Beauregard
studeren nog steeds bij haar, Viersen is twee jaar geleden overgestapt naar Herman Krebbers.
Maar ondanks die gemeenschappelijke achtergrond en hun nagenoeg gelijkwaardige technische en
interpretatieve kwaliteiten zijn de drie prijswinnaars heel verschillende persoonlijkheden.
Saskia Viersen een zusje van Quirine Viersen die twee jaar geleden met glans het Scheveningse
celloconcours won dankt haar hoofdprijs (een studiebeurs van 20 duizend gulden) vermoedelijk aan
haar enigszins introverte, maar rijkgeschakeerde voordracht. Vooral Mozarts Vioolconcert KV 219
benaderde ze met een aan het vocale grenzende expressie en dramatiek. Haar instrument leek haar, wat
betreft draagkracht en rijkdom van de toon, enigszins beperkingen op te leggen. Daardoor kwam de
Tzigane van Ravel iets minder voordelig uit de verf. Haar extra prijs ze krijgt voor zes
jaar een Rugeri-viool in bruikleen (mits het instrument haar bevalt) zal haar dan ook niet
onwelkom zijn.
Berent Korfker, die behalve met de tweede prijs (een beurs van 12 duizend gulden) ook bekroond werd
met de Optiebeurs-prijs (vijfduizend gulden) voor de beste uitvoering van het verplichte eigentijdse
werk, Lines, Metamorphoses van de Engelse componist Malik Sohrab Uduman, speelt lenig en
flexibel, met veel dynamisch raffinement. Welsprekend en elegant in Mozarts Vioolconcert KV 216,
sterk en gloedvol in Ravels Tzigane.
Bij het publiek was Armand Gouder de Beauregard onmiskenbaar favoriet, en de aankondiging dat hij
als derde geëindigd was kwam jury-voorzitter Theo Olof dan ook op luid boe-geroep te staan. Olof
haastte zich te benadrukken dat het verschil tussen nummer twee en drie "miniem" was, en dat de prijzen
volgens het voorschrift niet gedeeld mogen worden.
De Beauregard kwam vooral sterk voor de dag met Saint-Saëns Introduction et Rondo capriccioso,
waarin hij afgemeten, trefzeker en enigszins op de spits gedreven spel liet horen. Zijn vinnige
opstreekjes zijn spectaculair, maar ietwat maniëristisch. Vooral in het langzame deel van Mozarts
KV 219 doorbrak hij daarmee de grote lijn, al kwam de onrust ook gedeeltelijk voor rekening van
Robert Benzi en het Nationaal Jeugd Orkest. Een vergeeflijke inzinking temidden van de goede prestaties
die het orkest gedurende meer dan drie uur opbracht.
Met drie violisten die althans de prilheid ontstegen zijn is het voor het Oskar Backconcours een
zeer bevredigende jaargang geweest. Maar zoals bij elke aflevering staat het nog te bezien of de
prijswinnaars het talent dat ze in hun mars hebben verder zullen kunnen ontwikkelen.
© Frits van der Waa 2006