de Volkskrant van 6 april 1992, Kunst, recensie
Verrassend slotgedeelte maakt
vergeten La Wally tot écht opera
La Wally, opera van Alfredo Catalani door het Radio Symfonie Orkest, Groot Omroepkoor en solisten
o.l.v. Henry Lewis. Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht. Radio 4: 8 juni, 13.02 uur.
La Wally is zo'n opera waar je op gezette tijden nieuwsgierig naar gemaakt wordt, wanneer
in een sopraanrecital of in een vocalistenconcours weer eens de aria Ebben!... Ne andro lontana
opduikt. Gecomponeerd door Alfredo Catalani (1854-1893). Catalani? Nooit van gehoord, maar het smaakt
naar meer.
Zulke dingen hangen in de lucht. De KRO en de Nederlandse Opera moeten ongeveer gelijktijdig
besloten hebben een einde te maken aan de nieuwsgierigheid. Volgend jaar april wordt La Wally
opgevoerd in het Muziektheater. Maar de Nederlandse primeur La Wally is, hoewel
honderd jaar oud, hier nooit te horen geweest ging zondag naar de KRO, die met een concertante
uitvoering van Catalani's opera zijn serie Acht bijzondere concerten afsloot (als toegift volgt
op 19 april nog Wagners Parsifal).
Tja, Catalani... de vroeggestorven componist geldt nu als een tussenfiguur, die in muzikaal opzicht
ergens tussen Verdi en Puccini, zijn tijdgenoot overigens, gesitueerd moet worden. Maar zijn werk haalt
dat niveau niet helemaal. La Wally: naijver die leidt tot een moordpoging en haat die omslaat
in liefde zijn de drijfveren in dit melodrama, dat zich afspeelt in de Oostenrijkse Alpen en eindigt
met een Liebestot in een lawine.
De KRO had enkele vocale vlammenwerpers ingeschakeld, de IJslandse tenor Kristjan Johansson en
de Bulgaarse mezzo Stefka Evstatievska voorop als Wally en Hagenbach, het getroubleerde liefdespaar.
Johansson is een prachtzanger, met een genuanceerde expressie en een (indien nodig) machtig
stentorgeluid, waarmee hij zelfs de meest heftige orkestontladingen de baas blijft. Het altige
timbre van Evstatievska past iets minder goed bij het karakter van Wally, wiens partij haar hang
naar de ijle hoogten lijkt te illustreren. De hoogten van Evstatievska zijn vooral hard, en haar
intonatie is niet altijd perfect, maar een indrukwekkende vertolking bleef het.
Sigmund Cowan (innemend), Ghylaine Raphanel (een oorstrelende, maar niet erg jongensachtige Walter),
Marion van den Akker en Henk Smit (onvolprezen als barse vader en drinkgrage koerier) namen de rollen
van het tweede en derde plan voor hun rekening.
In de vele koorpassages liet het Groot Omroepkoor een opvallend uitgebalanceerd en ongekunsteld
geluid horen. Dat grote koor-aandeel is wel iets om, denkend aan de enscenering van volgend jaar, je
hart bij vast te houden. Aan dramatische taferelen mankeert het niet in La Wally, maar het is de
vraag of regisseur Tim Albery het Operakoor het traditionele dribbelen en over-acteren zal weten te
beletten.
Een naturalistische enscenering lijkt uit den boze bij deze opera. Dat kan tot niet anders dan
potsierlijke resultaten leiden, vooral in de eerste twee bedrijven, die in alle opzichten uitgesproken
kortademig zijn. Catalani maakt hier een boel kouwe drukte. De muziek gaat alp op, alp af, fonkelt en
spettert kwistig, er wordt veel aangekaart, maar weinig afgemaakt, en de personages krijgen daardoor
weinig diepgang. Henry Lewis en het Radio Symfonie Orkest sprongen slordig om met de details, maar
het spektakelwerk kwam strak en fel tot zijn recht.
Des te verrassender, na al dat geholderdebolder, zijn de uitgekiende dramatische spanningsbogen
van het derde en vierde bedrijf, wáar muzikale ontwikkelingen en dramatische confrontaties voor
het eerst genoeg ruimte krijgen. In die tweede helft wordt het echt opera, dan ga je onherroepelijk
voor de bijl en begrijp je ten langen leste waarom de KRO en de Nederlandse Opera voor La Wally
gevallen zijn.
© Frits van der Waa 2006