Verschenen in de Volkskrant
van
7 december 1993
Architect Zappa stelde de norm
De zaterdag overleden componist Frank Zappa beschouwde zichzelf als een architect die noten
als bouwstenen gebruikte. Hij putte uit doowop en big band-jazz, Ravel en computermuziek. Als
bandleider eiste hij discipline van zijn muzikanten, die hij tot ongekende prestaties wist te
brengen. Als liberale selfmade-man wierp hij zich op als verdediger van het recht op vrije
meningsuiting.
Met wie zal Frank Zappa voortaan in één adem genoemd worden? Met Jimi Hendrix,
Janis Joplin, John Lennon? Of met Edgard Varèse, Igor Stravinsky en John Cage? Lenny
Bruce? Herbert von Karajan?
Zappa hoorde nergens en was overal. Zaterdag is hij overleden, in zijn eigen huis, na drie jaar
knokken tegen een veel te laat ontdekte prostaatkanker. Eergisteren is hij tijdens een besloten
plechtigheid begraven. Op 21 december zou hij 53 jaar oud zijn geworden.
Na 1966, het jaar waarin hij met zijn Mothers of Invention Freak Out! uitbracht, de
eerste dubbel-lp in de popgeschiedenis, is Frank Vincent Zappa in een paar jaar tijd berucht en
beroemd geworden als popmuzikant, film- en theatermaker, componist, gitarist, maatschappijcriticus
en cabaretier niet noodzakelijkerwijs in die volgorde. Wat hij de wereld te vertellen had is
in de eerste plaats vastgelegd op meer dan vijftig cd's, een stroom van releases waaraan
hij, ook toen hij ziek was, is blijven werken en waarvan het einde ook nu nog niet in zicht is.
Naast een aantal nog niet uitgebrachte albums moeten er in het kelder-archief in Los Angeles
Zappa bewaarde alles nog stapels banden en partituren liggen. Ongetwijfeld heeft Zappa met zijn
vrouw en vier kinderen, de mede-ondernemers van zijn familiebedrijf, afgesproken wat daarmee
gaat gebeuren.
Een sleutelbegrip in Zappa's leven en werk was conceptual continuity: het idee dat al zijn
uitspraken en voortbrengels een achterliggende samenhang vertoonden. Dat was een mooi
uitgangspunt om werkelijk alles te gebruiken wat in zijn kraam te pas kwam, of het nu ging om
melige jaren vijftig doowop-muziek, bigband-jazz, de Bolero van Ravel of
high-brow-computermuziek.
Maar tegelijkertijd wordt dat alle kanten uitvliegende oeuvre enigszins bijeengehouden door
telkens terugkerende verwijzingen, citaten, grappen en Leitmotive. Zappa was zijn eigen
bewerker. Van een stuk als The Black Page maakte hij zowel een moeilijke
versie voor slagwerk-solo als een easy-teenage-versie met discodreun.
Componeren is een ordeningsproces dat veel weg haaft van architectuur, schreef hij
in zijn autobiografie, The Real Frank Zappa Book. Alleen gebruik ik toevallig ook
ander materiaal dan noten. Je kunt een video-componist zijn, een film-componist, een
choreografie-componist, of een social engineering-componist wat dan ook. Geef me
iets in handen, en ik breng er orde in aan. Dat is wat ik doe.
Hij was een constructivist. Illustratief is een video-opname van een interview waarin Zappa
à l'improviste het publiek in een stel groepjes verdeelt, aan elk groepje een
eigen geluid uitdeelt, en vervolgens, flitsend, het hele gezelschap begint te
dirigeren. Zo heeft hij ook altijd met zijn muzikanten gewerkt, van het eerste groepje dat als
The Mothers of Invention optrad, tot en met het Duitse hedendaags-klassieke Ensemble
Modern dat de muziek op zijn meest recente cd, The Yellow Shark, uitvoert. Alleen wist
hij de discipline tot het uiterste op te voeren. Zijn latere bands waren niet alleen in staat
zijn complexe, grillige instrumentale stukken met genadeloze precisie te realiseren, ze konden
ook op elk willekeurig moment binnen een nummer overschakelen van ska naar reggae
naar ballroom of wat voor stijl dan ook.
En altijd was die ene man de baas die ene man met dat pijlsnelle, feilloze gevoel voor
timing en constructie dat ook in zijn geïmproviseerde gitaarsolo's zulke fascinerende
momenten oplevert.
Aan zijn autoriteit viel niet te tornen. Hij was degene die investeerde. Hij was degene die
bepaalde wat er gebeurde, die besloot waar de muzikanten zelf enige armslag kregen, en die ze er
onverbiddelijk uitsmeet als ze drugs gebruikten.
Het overgrote deel van Zappa's platen is samengesteld uit live-opnamen. Het niveau van
zijn concerten evenaarde dat van zijn studio-opnamen, en had altijd meer spanning door het
element van het onvoorziene. Geen optreden was gelijk. Zappa liep bovendien in technisch opzicht
voortdurend op kop. Overdubs, meersporentechniek, digitalisering, altijd was hij de eerste.
Hij
stelde met zijn hang naar perfectie een norm waaraan zelfs Pierre Boulez en zijn Ensemble
InterContemporain in hun uitvoeringen van zijn serieuze muziek nauwelijks aan konden
voldoen. You can't do that on stage anymore. doopte hij de serie van zes dubbel-cd's die
zijn hele podiumcarrière omvatte. De titel was een commentaar op de hedendaagse
mega-sterren met hun ingeblikte, voorgekookte playback-lichtshows, maar ook een hommage aan de
letterlijk onbetaalbaar gebleken prestaties van zijn bands.
Wat hij verder ook was, Zappa was in de eerste plaats componist. Zijn kennismaking met de muziek
van Edgard Varèse, in het begin van de jaren vijftig, was zijn eerste essentiële
muzikale ervaring, met die van Johnny Guitar Watson om en nabij de tweede. Zappa
wilde muziek schrijven, en die muziek wilde hij zo goed mogelijk uitvoeren. Als hij niet was
opgegroeid in een omgeving waar de meest voor de hand liggende instrumenten slagwerk en gitaar
waren, als hij niet een jeugd vol verhuizingen had doorgemaakt en met de hakken over de sloot
van school af was gekomen, zodat het spelen in een band de enige manier was om zijn ambitie te
realiseren, dan was hij misschien wel een componist vangewone muziek geworden in
plaats van die vernieuwende rockmusicus, met zijn bijtende scabreuze teksten.
Zappa had een uiterst cynische kijk op de samenleving de Amerikaanse in het bijzonder. Al
in de jaren zestig nam hij de kuddegeest op de hak, of het nu ging om de flower
power-hippies of het klootjesvolk, de plastic people. Later moesten schijnheilige
politici en televisiedominees het ontgelden. Toch was Zappa, de liberale self-made-man,
ook door en door Amerikaan. Toen het Parents' Music Resource Center, onder aanvoering van Tipper
Gore, de vrouw van de huidige vice-president, teksten van popmuziek een vorm van keuring wilde
opleggen, wierp hij zich op als verdediger van het grondwettelijk recht op vrije meningsuiting.
Hoe essentieel de satire ook was voor Zappa's optredens en voor zijn imago zijn
eerste levensbehoefte was het kennelijk niet. Tekenend is althans dat hij zich, zodra kapitaal
en techniek het toelieten, heeft teruggetrokken in zijn kelderstudio, om aan de
Synclavier-muziekcomputer eindelijk zijn muzikale hersenspinsels hun meest volmaakte gestalte
te geven.
En in die gestalten zal Zappa voortleven, want, om een door hem geliefde uitspraak van
Varèse aan te halen: the present-day composer refuses to die.
Link: Alle stukken over FZ op deze site op 1 webpagina
© Frits van der Waa 2006