Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant van 09-05-1994, Pagina 9, Kunst, recensie

Daar komen de terroristen weer aansjokken

Freeze, opera van Robert Zuidam, o.l.v. Stefan Asbury en Lidwien Roothaan. Muffathalle, M¸nchen. Herhaling: Amsterdam, 3, 4 en 5 juni.

Twintig jaar geleden, op 20 februari 1974, werd Patricia Hearst, de dochter van een Amerikaanse mediamagnaat, ontvoerd door een groep radikalinski's, die zich het Symbionese Liberation Army noemde. De publiciteit die de zaak al gauw omringde was aanzienlijk, en nam sensationele proporties aan toen bleek dat Patricia zich had aangesloten bij haar ontvoerders. Of ze dat uit eigen vrije wil deed, of als gevolg van een hersenspoeling is nooit opgehelderd.

De geschiedenis van Patty Hearst (met wie het uiteindelijk allemaal goed afgelopen is) is nu door componist Robert Zuidam verheven tot een opera, Freeze, die over een paar weken in het Holland Festival wordt opgevoerd, maar donderdag al zijn eerste uitvoering beleefde tijdens de Müchener Biennale - met aanzienlijke bijval.

'Freeze' betekent zoveel als 'verroer je niet'; het is Patty's eerste woord in de opera, als ze met haar nieuwe vrienden een bank overvalt. Het zou evengoed kunnen duiden op de wonderlijke manier waarop de werkelijke gebeurtenissen onder invloed van de massamedia 'gestold' zijn tot een hedendaagse mythe, die weliswaar veelbetekenend is, maar toch ver van je bed - en van de werkelijke feiten - ligt. Dat was wat Zuidam, die zelf het libretto voor zijn opera heeft geschreven, boeide, naast de dramatische mogelijkheden van het gegeven: de wereld aan de andere kant van de beeldbuis, die wemelt van zulke mythes en waar Medisch Centrum West en Bosnië dichter bij elkaar liggen dan je op het eerste gezicht zou denken. Dat is ook de wereld waarheen Patricia Hearst door een tipsy Vrouwe Justitia verbannen wordt aan het eind van de opera, met de opdracht om ten eeuwigen dage haar memoires te schrijven.

Zuidam heeft deze verbintenissen tussen het moderne Walhalla en het echte leven - maar dat 'echt' is bij opera natuurlijk ook weer betrekkelijk - heel gewiekst door zijn opera heengevlochten. De positie van Patricia's vader is al tweeslachtig, omdat hij niet alleen persoonlijk bij de zaak betrokken is, maar bovendien als krantenman mede verantwoordelijk is voor het ontstaan van de mythe. Daarnaast voert Zuidam de schrijver Ambrose Bierce, gezongen door Jaco Huijpen, ten tonele, die optreedt als verbindingsfiguur tussen de echte en de schijnwereld, en passant ook nog mag fungeren als de stem van het geweten, en naar aan het slot blijkt, de hele affaire als een marionettenspeler heeft bestierd.

Zuidam speelt zijn karakters, waaronder ook de terroristenleider Cinque (Martin Hargrove), diens partner Mizmoon (Gerrie de Vries) en Patty's moeder (Elena Vink) op allerlei manieren tegen elkaar uit. Niet minder vernuft en inventiviteit spreekt er uit zijn muziek; de componist, ooit een post-punker, strooit, mengt en stuift een verbazend arsenaal aan stijlen dooreen, en gaat een zekere lichtzinnigheid niet uit de weg. In de smeltkroes van twintigste-eeuwse muziek bespeuren we Gershwin, spirituals, flarden pop en Latijns-Amerikaanse muziek, maar Zuidam verwerkt dat alles met zo veel flair dat het resultaat geen moment naar pastiche ruikt, maar een in een eigen taal verteld eigen verhaal blijft, waarin telkens weer andere aroma's langstrekken. De muziek is geschreven voor een ensemble van 19 instrumenten, vliegt met een reuze vaart van hot naar her en is onmiskenbaar het werk van een componist die weet wat hij wil. Het enige wat daar soms afbreuk doet is een lichte zoetsappigheid in de lyrische passages, die of je wilt of niet aan Britten doet denken.

Dankzij de zes uitmuntende solisten, met voorop Susan Narucki als Patty Hearst, en het onvolprezen Asko Ensemble onder Stefan Asbury was de Münchense première in muzikaal opzicht om door een ringetje te halen. Alleen de geluidstechniek, die van de brandweer niet mocht zitten waar het eigenlijk moest, liet te wensen over.

Er was dus voldaan aan alle voorwaarden waaraan een opera hoort te voldoen, op één na. Want opera is ook een vorm van theater. En helaas heeft regisseuse Lidwien Roothaan van déze theatervorm kennelijk weinig kaas gegeten. Het lijkt of ze van mening is geweest dat de tekst het werk maar moest doen, want ze heeft weinig meer gedaan dan zangers op een rijtje zetten en ze hun mond laten opendoen. Het resultaat is een bedroevende opeenvolging van voornamelijk trage, nietszeggende taferelen in een al even neutraal en nietszeggend decor, waarbij nagenoeg alle mogelijkheden die het libretto biedt ongebruikt zijn blijven liggen. De enige zanger die nog een beetje tierig over het toneel mag razen is Zeger Vandersteene (Mr. Hearst), maar ook hij slaagt er niet in een geloofwaardige tycoon neer te zetten. Daarvoor maakt hij een te beschaafde en ook te Engelse indruk. Had die man nou een gleufhoed en een bolknak gegeven,dan had hij wellicht ergens houvast aan gehad. Dat de slotscènes het geheel weer wat opkrikken is vooral de verdienste van Zuidam en zijn libretto.

Je zou verwachten dat Roothaan de verschillende realiteitsniveaus op een of andere manier, hoe subtiel ook, zichtbaar had gemaakt. Het gebeurt niet. Televisie, mediacircus, bankoverval, innerlijke twijfel, het smeekt allemaal om theatertrucs, karikatuur, expressie, al is het maar een millimetertje dik. Niets van dat al. Er wordt alleen van tijd tot tijd een gezicht op het decor geprojecteerd, maar in een zo hevige closeup dat het de tweede keer niet eens opvalt dat het niet Patricia is, maar haar moeder.

En als Roothaan iets benadrukt is het misplaatst. Wanneer Bierce een mismaakte versie van God save the Queen ten beste geeft, of als de terroristen een dansje maken, wordt er meteen een bad van vies gekleurd licht overheen gegoten. Maar dat doet de muziek op die plekken al voldoende.

Naarmate de verveling toeslaat rijst ook de vraag of het libretto niet een beetje té subtiel en literair is, en of Robert Zuidam niet iets te slim en handig heeft willen zijn. Maar dan komen de terroristen weer het toneel opsloffen in hun malle oranje Once upon a time in the west-jassen en lijdt het geen twijfel waar hier de kardinale miskleun is gemaakt.


© Frits van der Waa 2006