Oude meesters bij
Rumori
Rumori: werk van Boerman, Kunst, Isadora, Lucier en Altena,
door het Schönberg Kwartet, Klaas Bakker en het Maarten
Altena Ensemble. Frascati, Amsterdam.
Een drietal nieuwe werken van oude meesters vormde de grootste
trekpleister bij het openingsconcert van de serie Rumori,
die dit seizoen zijn vierde jaargang ingaat. De vier concerten
tellende serie heeft als ondertitel 'de organisatie van geluid'
en belicht telkens aan de hand van een dubbel- of zelfs
driedubbel optreden verschillende manieren om geluid tot muziek
te maken. Belangrijke factoren in de reeks zijn elektriciteit en
improvisatie, maar ook de geschreven noten worden nimmer buiten
beschouwing gelaten.
Met Topos Teleios, een strijkkwartet, en Garuda,
een werk voor piano solo, maakte Jos Kunst (58) een ware come-
back. Kunst, wiens stekelige, hermetische muziek in de jaren
zeventig met enige regelmaat werd uitgevoerd, met name door het
Asko Ensemble en aanverwante musici, heeft vijftien jaar lang,
van 1975 tot 1989, niet gecomponeerd. Het is wonderlijk om in
zijn nieuwe stukken te horen hoe hij met zijn tijd is meegegaan -
het mag bij de nieuwe Kunst 'lekkerder' klinken dan bij de oude -
zonder iets van zijn buitenbeentjeskarakter prijs te geven.
In Topos Teleios, buitengewoon sterk gespeeld door het
Schönberg Kwartet, zijn de vier partijen, ondanks enige
paarvorming, vrijwel voortdurend compact verweven tot homogene,
maar zichzelf kastijdende akkoordprogressies, ketsende pizzicato-
opeenhopingen en in- en uitwaaierende harmonieën. Naarmate
het stuk zijn einde nadert groeit er een zekere consensus over
het herhalen van intervallen binnen een akkoord en van de
akkoorden zelf.
Niet minder intrigerend is Garuda, een uitermate vol, maar
toch helder stuk waarin van tijd tot tijd een Chopin-achtige
briljantie doorgonst. Pianist Klaas Bakker realiseerde de
complexer muziek, die zich soms tot schijnbaar in verschillende
tempi lopende lagen opeenstapelt, met een verbazingwekkend
gemak.
Ook Vocalise 1994 van Jan Boerman, grootmeester van de
Nederlandse elektronische muziek, is een in zekere zin
langverbeid werk. Boerman realiseerde namelijk in 1976 een
bandcompositie met de titel Vocalise-voorstudie, waarin
hij voor het eerst de menselijke stem integreerde in zijn
elektronisch klank-universum. Het resultaat, achttien jaar later,
is een werk van ruim een half uur. Meer nog dan Boermans
voorgaande werken - waarvan onlangs ten langen leste een drietal
op cd is uitgebracht - kenmerkt Vocalise 1994 zich door
een afwisseling van lange, haast tijdloze spanningsbogen, waarin
de verkleuring van timbres de hoofdrol speelt, en dynamische
erupties van rauwe klanken, die een bijna lichamelijk voelbare
uitwerking hebben. Boermans elektronische klanken zijn zo vervuld
van 'leven', dat het onderscheid tussen 'echte' en synthetische
vocale geluiden bijzonder diffuus is. Niettemin zijn klinkers,
medeklinkers en ruisklanken de bakens in het fascinerende
parcours van dit werk, waarin fijnkorrelige microstructuren,
tonen en harmonieën uit elkaar lijken voort te komen.
Het Maarten Altena Ensemble kon, ondanks zijn scherp bemeten
samenspel, met het voorgaande niet helemaal wedijveren. Te
Moana niu a kiwa II. Waaiata Aroha van Alison Isadora, de
Nieuwzeelandse violiste van het ensemble, bood een niet al te
opwindende afwisseling van venijnig geknerp en ietwat zoetsappige
akkoordopeenvolgingen. Altena's eigen Cantus wordt door
het aandeel van trombonist Wolter Wierbos bewaard voor een zekere
steriliteit. Een zeer curieus onderdeel, dat inderdaad nog het
beste gekwalificeerd kan worden als 'georganiseerd geluid', bleek
Randstad (Memory Space , een stuk uit 1970, waarin de
Amerikaanse componist Alvin Lucier de musici opdracht geeft om
bij voorafgaand veldwerk verzamelde klankomgevingen zo
natuurgetrouw mogelijk na te spelen op instrumenten. Het
resultaat was hoogst merkwaardig en voor het grootste deel
moeilijk te duiden, hoewel Altena's musici onmiskenbaar in Artis
hebben staan luisteren op het moment dat er op de Plantage
Middenlaan een ambulance langsraasde.
© Frits van der Waa 2006
|